3 Onderhoud en verzorging
3.1 Stofbak leegmaken en reinigen
16
21
22
27
26
AANWIJZING:
De stofbak moet regelmatig leeggemaakt en gereinigd worden. Anders
wordt het van keer tot keer moeilijker om de stofbak leeg te maken en
kunnen er geurtjes en ziektekiemen ontstaan, al naargelang datgene wat
u van tevoren met de stofzuiger opgezogen hebt.
Maak de stofbak het beste leeg elke keer nadat u gestofzuigd hebt.
Maak de stofbak uiterlijk leeg en reinig hem, zodra de reinigings-/le-
digingsindicator verlicht is (afb. 16).
Maak de stofbak uiterlijk leeg en reinig hem uiterlijk om de 3 maan-
den, voordat u hem voor langere tijd opbergt of voordat u het apparaat
opstuurt.
OPGELET:
Voordat u de stofbak vervangt, schakelt u het apparaat uit. Zo voorkomt
u dat stof het apparaat beschadigt.
1. Schakel het apparaat uit (
).
2. Trek de stekker uit het stopcontact.
3. Verwijder de stofbak (afb. 17).
4. Maak de stofbak leeg (afb. 18).
AANWIJZING:
De inhoud van de stofbak kunt u meegeven met het gewone huisvuil,
voor zover deze geen voor huisvuil verboden vuil bevat.
5. Controleer bij deze gelegenheid ook meteen de componenten die zich
binnen in de stofbak bevinden:
- hoofdcycloon (afb. 19 – 20),
- filterzeef (afb. 21) en
- reflector (afb. 22).
6. Als deze 3 stofbak-componenten (afb. 19 – 22) vuil zijn, reinig deze dan
onder stromend, koud of handwarm water, totdat alle verontreiningen
verdwenen zijn (afb. 23 – 25).
17
18
23
28
OPGELET:
De 3 stofbak-componenten uit het binnenste van de stofbak zijn was-
baar (afb. 23 – 25), maar niet geschikt voor de vaatwasser.
Gebruik voor de reiniging van de stofbak-componenten geen reini-
gingsmiddelen of harde borstels.
Laat de stofbak-componenten na de natte reiniging drogen
(ca. 24 uur bij kamertemperatuur). Plaats de componenten pas weer te-
rug, als ze helemaal droog zijn.
Vervang beschadigde of vervormde filters onmiddellijk (bestelinfor-
matie zie
OPGELET:
De stofbak is niet wasbaar! Als de stofbak met water in aanraking komt,
kunnen de verontreinigingen in het binnenste vastkleven.
7. Laat de stofbak-componenten na de natte reiniging drogen
(ca. 24 uur bij kamertemperatuur).
8. Plaats de stofbak-componenten weer terug (afb. 26 – 29).
AANWIJZING:
De stofbak-componenten zijn zodanig geconstrueerd dat zij uitsluitend in
de juiste positie volledig omlaag geduwd kunnen worden. Gebruik bij het
inbrengen geen geweld.
Laat de reflector volledig in de stofbak omlaag zakken (afb. 26). Let
op dat de uitsparing van de reflector exact in de uitstulping van de stof-
bak grijpt.
Vergrendel het filterzeef, door het ca. 3 – 4 slagen met de klok mee
te draaien (afb. 27).
Vergrendel de hoofdcycloon, door deze ca. 15° tegen de klok in te
draaien (afb. 28 + 29).
9. Plaats de stofbak weer terug (afb. 30).
Hij moet hoor- en voelbaar vastklikken.
19
24
29
hoofdstuk 3.4, „Reserveonderdelen en toebehoren").
20
25
30
25