3.1.1 V
/m
erVAnging
ontAge VAn het werKtuig
Houd de spindel met de steeksleutel vast aan het sleutel-
vlak en maak de spantang met de steeksleutel los/vast.
3.2 w
erKinstructies
Beweeg het slijpwerktuig onder lichte druk gelijk-
matig heen en weer voor een optimaal slijpre-
sultaat. Te sterke druk vermindert het prestatiever-
mogen van de machine en verkort de levensduur van het
slijpwerktuig.
4. R
EPaRaTIE
4.1 P
reVentief onderhoud
Controleer het stationair toerental perio-
diek en na elk onderhoud. Zelfs als de ma-
chine nog perfect werkt, moet een des-
kundige regelmatig na ca. 300-400 werkuren, maar
minstens eenmaal per jaar, de motor demonteren, reini-
gen en de vier schuifkleppen op slijtage controleren.
4.1.1 l
uchtAfVoerslAng VerVAngen
Luchtafvoerslang van de draairing halen en vervangen.
4.1.2 l
Luchtafvoerslang verwijderen (zie punt 4.1.1).
Slangklem losmaken en luchttoevoerslang van de aans-
luiting halen.
/o
NDERhouD
uchttoeVoerslAng VerVAngen
25