Werken met het gereedschap
LET OP:
Houd alle delen van uw lichaam uit
de buurt van de zaagketting wanneer de motor
draait.
LET OP:
Houd het gereedschap stevig vast
met beide handen wanneer de motor draait.
LET OP:
Reik niet te ver. Zorg ervoor dat u
altijd stevige steun voor de voeten hebt en uw
evenwicht behoudt.
LET OP:
Wees voorzichtig wanneer u takken
doorzaagt dat u niet uw evenwicht verliest als
gevolg van het gewicht van de gereedschapskop.
LET OP:
Zorg altijd voor een vluchtroute voor
het geval een afgezaagde tak in de richting van de
gebruiker valt.
LET OP:
Gebruik nooit de punt van het
zaagblad voor het zagen. Anders kan gevaarlijke
terugslag optreden, en kan dat leiden tot persoon-
lijk letsel.
KENNISGEVING:
Gooi nooit met het gereed-
schap en laat het niet vallen.
KENNISGEVING:
Dek de luchtuitstroomope-
ningen van het gereedschap niet af.
KENNISGEVING:
Forceer het gereedschap niet.
Anders kan het gereedschap worden beschadigd.
Sta op een stabiele ondergrond en houd het gereed-
schap uit de buurt van de takken zodat de hoek van
het gereedschap 60° of minder is ten opzichte van de
horizontale grond.
► Fig.39: 1. 60° of minder
Start het gereedschap en duw zaagketting zachtjes in
de tak.
Als u lange takken afzaagt, kunt u de valplek van de
afgezaagde tak controleren door de tak op te delen in
stukken en vanaf het uiteinde in delen af te zagen. Let
op de vallende takken aangezien deze kunnen terug-
springen in de richting van de gebruiker nadat ze de
grond hebben geraakt.
► Fig.40
Als u dikke takken doorzaagt, maakt u eerst een
ondiepe zaagsnede aan de onderkant en maakt u ver-
volgens de definitieve zaagsnede vanaf de bovenkant.
► Fig.41
Als u een dikke tak vanaf de onderkant probeert door
te zagen, kan de tak tijdens het zagen doorbuigen en
de zaagketting beknellen. Als u een dikke tak vanaf de
bovenkant probeert door te zagen zonder een ondiepe
snede aan de onderkant, kan de tak splinteren.
► Fig.42
Het gereedschap dragen
Alvorens het gereedschap te dragen, verwijdert u altijd
de accu vanaf het gereedschap, plaatst u de zaagblad-
schede over het zaagblad en schuift u de buis in. Plaats
ook het accudeksel op de accu.
► Fig.43: 1. Zaagbladschede 2. Accudeksel
Het gereedschap gebruiken met een
draagbare voedingseenheid
Optioneel accessoire
Gebruik de draagband wanneer u het gereedschap
gebruikt met een draagbare voedingseenheid.
De draagriem bevestigen
1.
Bevestig de haken van de draagriem aan de
ringen van het schouderdraagstel of de heupgordel,
zoals aangegeven in de afbeelding. Selecteer het type
riem en de bevestigingsmethode die geschikt is voor uw
toepassing.
► Fig.44: 1. Ring 2. Haak
► Fig.45: 1. Ring 2. Haak
2.
Bevestig de haak aan het gereedschap.
► Fig.46: 1. Haak
Het gereedschap loskoppelen
Wanneer u het gereedschap neerlegt, ontgrendelt u
de gesp van de draagband met één hand terwijl u het
gereedschap vasthoudt met de andere hand.
► Fig.47: 1. Gesp
OPMERKING: De gesp wordt mogelijk niet bijgele-
verd, afhankelijk van het type riem.
Als u het gereedschap snel wilt loskoppelen, volgt u de
onderstaande stappen.
1.
Knijp de hendels van de gesp van de heupgordel
in om de gesp los te koppelen.
► Fig.48: 1. Gesp 2. Hendel
2.
Trek het schouderdraagstel uit om het gereed-
schap en de eenheid te verwijderen.
► Fig.49: 1. Schouderdraagstel
ONDERHOUD
LET OP:
Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd
alvorens te beginnen met onderhoud of inspectie.
LET OP:
Draag bij inspectie- of onderhouds-
werkzaamheden altijd handschoenen.
KENNISGEVING:
benzine, thinner, alcohol en dergelijke. Hierdoor
kunnen verkleuring, vervormingen en barsten
worden veroorzaakt.
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van
het gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties,
onderhoud of afstellingen te worden uitgevoerd bij een
erkend Makita-servicecentrum of de Makita-fabriek, en
altijd met gebruik van Makita-vervangingsonderdelen.
79 NEDERLANDS
Gebruik nooit benzine, was-