Gevaar!
Bij het gebruik van toestellen dienen enkele
veiligheidsmaatregelen te worden nageleefd om
lichamelijk gevaar en schade te voorkomen. Lees
daarom deze handleiding / veiligheidsinstructies
zorgvuldig door. Bewaar deze goed zodat u de in-
formatie op elk moment kunt terugvinden. Mocht
u dit toestel aan andere personen doorgeven,
gelieve dan deze handleiding / veiligheidsins-
tructies mee te geven. Wij zijn niet aansprakelijk
voor ongevallen of schade die te wijten zijn aan
niet-naleving van deze handleiding en van de vei-
ligheidsinstructies.
Verklaring van de aanwijzingsborden op het
apparaat (fi g. 8)
1. Gevaar! Handleiding lezen.
2. Waarschuwing! Warme onderdelen. Op af-
stand blijven.
3. Gevaar! Tijdens het tanken motor afzetten.
4. Gevaar! Niet in niet verluchte ruimten laten
draaien.
1. Veiligheidsaanwijzingen
Gevaar!
Lees alle veiligheidsinstructies en aanwijzin-
gen. Nalatigheden bij de inachtneming van de
veiligheidsinstructies en aanwijzingen kunnen
elektrische schok, brand en/of zware letsels tot
gevolg hebben. Bewaar alle veiligheidsinstruc-
ties en aanwijzingen voor de toekomst.
•
Er mogen geen veranderingen op de elektrici-
teitsgenerator worden uitgevoerd.
•
Voor onderhoud en accessoires uitsluitend
origi-nele stukken gebruiken.
•
Let op: Gevaar voor vergiftiging, uitlaatgassen
mogen niet worden ingeademd.
•
Kinderen weghouden van de elektriciteits-
generator.
•
Let op: Gevaar voor brandwonden, uitlaat-
gasin-stallatie en aandrijfaggregaat niet
raken.
•
Gebruik een gepaste gehoorbeschermer als
u zich in de buurt van het apparaat bevindt.
•
Let op! Benzine en benzinedampen zijn licht
ontvlambaar of explosief.
•
De elektriciteitsgenerator nooit in niet ver-
luchte ruimten laten draaien. Als de generator
in goed verluchte ruimten wordt gebruikt,
dienen de uitlaatgassen via een uitlaatgass-
lang rechtstreeks de open lucht in te worden
Anl_BPG_850_850_1_SPK2.indb 32
Anl_BPG_850_850_1_SPK2.indb 32
NL
geleid.
•
Let op: Er kunnen giftige uitlaatgassen
ontsnap-pen ook al is en uitlaatgasslang
aangesloten. Wegens brandrisico mag de
uitlaatgasslang nooit op brandbaar materiaal
worden gericht.
•
Ontploffingsgevaar: de elektriciteitsgenerator
nooit in ruimten gebruiken waarin er zich licht
ontvlambare materialen bevinden.
•
Het door de fabrikant vooraf ingestelde to-
erental mag niet worden veranderd. Anders
zouden de elektriciteitsgenerator of aangeslo-
ten toestellen kunnen worden beschadigd.
•
Tijdens het transport dient de elektriciteits-
generator tegen wegglijden en kantelen te
worden geborgd.
•
De generator minstens op 1m afstand van ge-
bouwen of aangesloten toestellen opstellen.
•
De generator op een veilige effen plaats
opstellen. Draaien en kantelen of verwisselen
van standplaats tijdens het bedrijf is verbo-
den.
•
Vóór het transport en het bijtanken motor
steeds afzetten.
•
Bij het bijtanken erop letten dat geen brand-
stof op de motor of de uitlaat terechtkomt.
•
Generator nooit bij regen of sneeuwval ge-
bruiken.
•
Generator nooit met natte handen vastpak-
ken.
•
Bescherm u tegen elektrische gevaren.
Gebruik in open lucht enkel verlengkabels
(H07RN..), die daarvoor goedgekeurd en
overeenkomstig gekenmerkt zijn.
•
Bij gebruik van verlengkabels mag de totale
lengte voor 1,5 mm
m niet overschrijden.
•
De afstelling van de motor en de generator
mag niet worden veranderd.
•
Herstel- en afstelwerkzaamheden mogen
enkel door geautoriseerd vakpersoneel wor-
den uitgevoerd
•
De tank niet in de buurt van open licht, vuur of
vonkenregen vullen of leegmaken. Niet roken!
•
Kom niet aan mechanisch bewogen of warme
onderdelen. Verwijder geen beschermende
afdekkingen.
•
De toestellen mogen niet aan vocht of stof
worden blootgesteld. Toegestane omgevings-
temperatuur -10 tot +40° C, maximale hoogte
boven zeeniveau 1000 m, relatieve luchtvoch-
tigheid: 90 % (niet condenserend)
•
De generator wordt aangedreven door een
verbrandingsmotor die in het gebied rond de
uitlaat (aan de overkant van de stopcontac-
- 32 -
50 m, voor 2,5 mm
100
2
2
17.06.16 08:27
17.06.16 08:27