VERGADERING
1. Alvorens de verwarming te gebruiken, moeten de wielen (7) die afzonderlijk in de doos worden geleverd, op het apparaat worden
gemonteerd. Plaats het apparaat voorzichtig ondersteboven.
2. Druk wiel (7) in het gat – zie figuur C. Plaats vervolgens de schroef (9) in het ronde gat van de wielbasis en draai deze stevig vast met
een schroevendraaier.
3. Herhaal dit voor de basis van het tweede wiel.
4.Draai het apparaat met de goede kant naar boven.
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
1. Gebruik de verwarming niet tenzij beide onderstellen met wielen correct zijn gemonteerd.
2. Plaats het apparaat niet op tapijten met een zeer hoge pool. Zorg ervoor dat het apparaat niet in de buurt van gordijnen of meubels
staat, dit kan brandgevaar opleveren.
3.Plaats het apparaat op een vlakke, vlakke ondergrond.
4. Koppel het apparaat altijd los voordat u het van de ene locatie naar de andere verplaatst.
WAARSCHUWINGEN:
1. Het is normaal wanneer de verwarmingselementen voor het eerst worden ingeschakeld of wanneer ze worden ingeschakeld nadat ze
lange tijd niet zijn gebruikt, dat de verwarmingselementen wat geur en dampen kunnen afgeven. De geur en dampen verdwijnen na een
korte gebruikstijd.
2. Om gevaar door onbedoeld resetten van de thermische beveiliging te voorkomen, mag dit apparaat niet worden gevoed via een extern
schakelapparaat zoals een timer of worden aangesloten op een circuit dat regelmatig wordt in- en uitgeschakeld door het nutsbedrijf.
3. Gebruik deze kachel niet in kleine ruimtes waar personen aanwezig zijn die niet in staat zijn om de ruimte zelfstandig te verlaten, tenzij
er constant toezicht is.
Apparaatbeschrijving: Convectorverwarming – zie afbeelding A
1. Handgreep
3. Indicatielampje
5. Verwarmingsknop
7. Wielen
9. Schroeven voor montage van de wielbasis
OPERATIE
1.Plaats het apparaat rechtop op een vlak en stabiel oppervlak met een afstand van 1 meter tot andere objecten.
2. Zorg ervoor dat de verwarmingsknop (5) in de uit-stand staat en de thermostaat in de uit-stand (8). Steek de stekker van het apparaat
in een geschikt stopcontact.
3. Het apparaat werkt wanneer zowel de verwarmingsknop (5) als de thermostaatknop (4) actief zijn. Het indicatielampje (3) brandt niet
rood als de stekker in het stopcontact zit, maar brandt als de heater aan het opwarmen is.
Schakel het apparaat in twee stappen in:
3a. Draai de verwarmingsknop (5) in stand:
I – betekent verwarmingsvermogen 1000W of II – betekent verwarmingsvermogen 2000W
3b. Draai de thermostaatknop (4) helemaal met de klok mee naar de maximale stand. Wanneer de gewenste kamertemperatuur is bereikt,
moet de thermostaatknop (4) langzaam tegen de klok in worden gedraaid totdat de thermostaat hoorbaar uitklikt en het indicatielampje (3)
uitgaat. Hierna houdt het apparaat de luchttemperatuur in de ruimte op de ingestelde temperatuur door automatisch aan en uit te
schakelen. Het rode indicatielampje (3) zal met tussenpozen aan en uit gaan als de heater aan het opwarmen is.
4.Om het apparaat volledig uit te schakelen, draait u de verwarmingsknop (5) naar de nulstand en de thermostaatknop (4) naar de
uitstand (8), waarna het indicatielampje (3) ook uitgaat.
VEILIGHEIDSTOESTELLEN
OVERVERHITTINGSBESCHERMING Deze heater is beveiligd met een oververhittingsbeveiliging die hem automatisch uitschakelt als hij
oververhit raakt. Oververhitting kan worden veroorzaakt door verstopping van de luchtinlaten aan de achterkant van de kachel of de grill
aan de voorkant. Haal in dat geval de stekker uit het stopcontact en laat deze 30 minuten afkoelen. Verwijder alle obstakels en zet de
verwarming weer aan. De verwarming zou normaal moeten werken. Neem contact op met uw detailhandelaar als het probleem aanhoudt.
KANTELBEVEILIGINGSSCHAKELAAR De heater is voorzien van een veiligheidsschakelaar om de heater uit te schakelen als deze
omvalt. Als de verwarmer is omgestoten en de uitschakelschakelaar wordt geactiveerd, zet de verwarmer dan uit bij het stopcontact en
wees UITERST voorzichtig wanneer u de verwarmer rechtop zet, aangezien deze nog steeds heet zal zijn. Inspecteer de verwarming op
schade, met name aan de verwarmingselementen en het snoer. Gebruik de verwarming niet als er enige schade zichtbaar is.
REINIGING EN ONDERHOUD
Zorg ervoor dat het apparaat niet heet is. Haal voor het schoonmaken de stekker uit het stopcontact. Houd de inlaat- en uitlaatroosters
schoon. Reinig de buitenkant van de kachel door deze af te vegen met een vochtige doek en op te poetsen met een droge doek. Gebruik
geen schoonmaak- of schuurmiddelen en laat geen water in de kachel komen. Dompel het apparaat niet onder in water. Verpak het
apparaat in een tas om het tegen stof te beschermen. Bewaar het op een koele, droge plaats tot het volgende gebruik.
TECHNISCHE DATA
Spanning: 220-240V ~50/60Hz
Vermogen: 1800-2000W
We geven om het milieu. We vragen u om de kartonnen verpakkingen te storten bij het oud papier. Polyethyleen zakken (PE) storten in de
container voor plastic . Versleten apparatuur afgeven bij het juiste verzamelpunkt, als in het apparatuur gevaarlijke elementen zitten kan dat een
bedreiging zijn voor het milieu. Elektrisch apparatuur moet worden geretourneerd om het hergebruik te verminderen. Als in het apparatur
batterijen ziiten, horen die verwijderd te worden en appart af te worden gegeven bij het juiste verzamelpunkt.
2. Luchtuitlaatrooster
4. Thermostaatknop
6. Opbergvak voor netsnoer
8. Thermostaat UIT-stand
46