nl
NEDERLANDS
belasting en de neiging tot schuin wegdraaien of
blokkeren verhoogd, en daarmee de kans op een
terugslag of breuk van het slijpmiddel.
g) Wanneer de doorslijpschijf klem raakt of u
het werk onderbreekt, schakel het apparaat
dan uit en houd het rustig vast totdat de schijf
tot stilstand gekomen is. Probeer nooit om de
nog draaiende doorslijpschijf uit de snede te
trekken, dit kan een terugslag veroorzaken. Stel
de oorzaak van het klem raken vast en hef deze op.
h) Schakel het elektrische gereedschap zolang
het zich in het werkstuk bevindt niet opnieuw
in. Laat de doorslijpschijf eerst het volle
toerental bereiken, voordat u voorzichtig
verder gaat met de snede. Anders kan de schijf
blijven hangen, uit het werkstuk springen of een
terugslag veroorzaken.
i) Zorg voor een ondersteuning van platen of
grote werkstukken om het risico van een
terugslag door een ingeklemde slijpschijf te
verminderen. Grote werkstukken kunnen
doorbuigen onder hun eigen gewicht. Het werkstuk
dient aan beide kanten van de schijf, en zowel bij de
doorslijpsnede als aan de rand, ondersteund te
worden.
j) U dient bijzonder voorzichtig te zijn bij
"invalsneden" in bestaande wanden of andere
plaatsen waar u geen zicht op heeft. De
invallende doorslijpschijf kan bij het snijden in gas-
of waterleidingen, elektrische leidingen of andere
objecten een terugslag veroorzaken.
3.3
Overige veiligheidsinstructies:
WAARSCHUWING – Draag altijd een
veiligheidsbril.
Draag een geschikt stofmasker.
Gebruik uitsluitend een
diamantdoorslijpschijf. Er mogen niet
meerdere diamantslijpschijven worden
gebruikt.
Gebruik geen gebonden schijven.
Maak gebruik van elastische tussenlagen, wanneer
deze bij het slijpmiddel ter beschikking gesteld
worden en vereist zijn.
Neem de opgaven van de fabrikant van het
inzetgereedschap of de toebehoren in acht! Zorg
ervoor dat inzetgereedschap beschermd is tegen
vet en stoten!
Inzetgereedschap dient zorgvuldig, volgens de
aanwijzingen van de fabrikant, te worden bewaard
en gebruikt.
Het werkstuk dient stevig te liggen en beveiligd te
zijn tegen wegglijden, bv. met behulp van
spaninrichtingen. Grote werkstukken dienen
voldoende te worden ondersteund.
Beschadigde, onronde resp. trillende
gereedschappen mogen niet gebruikt worden.
20
Zorg er (bv. met behulp van een metaaldetector)
voor dat zich op de plaats die bewerkt moet worden,
geen stroom-, water- of gasleidingen bevinden.
Schade aan gas- of waterleidingen, elektrische
leidingen en dragende wanden (statica)
voorkomen.
De stekker uit het stopcontact halen voordat er
instellings-, ombouw- of
onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd.
Neem hierbij de gebruikershandleiding van de
betreffende haakse slijper in acht.
Een beschadigde of gebarsten extra greep dient te
worden vervangen. Indien de extra greep defect is,
de machine niet gebruiken.
Controleer voor ieder gebruik of er delen ontbreken,
versleten, gebroken, gescheurd of beschadigd zijn.
Een defecte of onvolledige beschermkap niet
gebruiken.
De stofbelasting verminderen:
Stofdeeltjes die tijdens het werken met deze
machine ontstaan, kunnen stoffen bevatten
die kanker, allergische reacties, aandoeningen aan
de luchtwegen, aangeboren afwijkingen of andere
voortplantingsproblemen kunnen veroorzaken.
Enkele voorbeelden van deze stoffen zijn: lood (in
loodhoudende verf), mineraal stof (uit bakstenen,
beton e.d.), additieven voor de behandeling van
hout (chromaat, houtbeschermingsmiddelen),
enkele houtsoorten (zoals eiken- of beukenstof),
asbest.
Het risico is afhankelijk van het feit hoe lang de
gebruiker of in de buurt aanwezige personen aan de
stofbelasting worden blootgesteld.
Deze stofdeeltjes mogen niet in het lichaam
terechtkomen.
Om de belasting met deze stoffen te verminderen:
zorg voor een goede ventilatie van de werkplek en
draag geschikte beschermingsmiddelen, zoals bv.
stofmaskers die in staat zijn om de microscopisch
kleine stofdeeltjes uit de lucht te filteren.
Neem de voor uw materiaal, personeel,
toepassingsgeval en locatie geldende richtlijnen in
acht (bv. arbeidsveiligheidsbepalingen,
afvalbehandeling).
Verzamel de ontstane stofdeeltjes op de plaats
waar deze ontstaan, voorkom dat ze neerslaan in
de omgeving.
Gebruik een geschikte stofafzuiging.
Verminder de stofbelasting door:
- de vrijkomende stofdeeltjes en de af te voeren
luchtstroom van de machine niet op de gebruiker
zelf of in de buurt aanwezige personen of op
neergeslagen stof te richten,
- een afzuiginstallatie en/of een luchtfilter te
plaatsen,
- de werkplek goed te ventileren en door te
stofzuigen schoon te houden. Vegen of blazen
wervelt het stof op.
- Zuig of was de beschermende kleding. Niet
uitblazen, uitslaan of uitborstelen.