1. INSTALLATIE
a. Keuze van de plaatsing
Vermijd blootstelling aan sterke temperatuurschommelingen of direct zonlicht. Nooit
monteren in de buurt van een watertoevoer of een afvoergoot! De melder niet monteren in
de buurt van de airconditioning of verwarming. Let er bij het kiezen van de installatielocatie
op dat er niets de detectie kan verstoren en dat de infraroodcel correct kan werken. Vermijd
obstakels. Het detectieveld moet vrij zijn.
b. Aansluiting
Te bevestigen aan het plafond. De melder wordt aangesloten tussen de originele en de
lichtschakelaar. Deze krijgt stroom via 4 draden. Let op de kleuren:
230V = L : fase - bruin - N : neutraal - blauw.
aan te sluiten apparaat = L' : fase - bruin - N : neutraal - blauw.
Aan te sluiten op een lamp klasse II (moet niet geaard zijn).
• Schakel de stroom uit in uw zekeringkast,
• demonteer uw bestaande lamp indien nodig.
1
2
Kabeluit-
Sorties
gangen
de câbles
39