Aanwijzing: Gelieve er op te letten dat vóór
het vastmaken op het apparaat altijd eerst de
beide zuigbuizen vast aan elkaar verbonden
zijn en dat ze vervolgens niet meer uit elkaar
genomen mogen worden!
5.2. Opvangzak monteren (fi g. 4-5)
Hang de haak aan de zuigbuis (fi g. 4, pos. 2).
Schuif daarna de opvangzak over de stomp op
het motorhuis en zorg ervoor dat de zak hoorbaar
vastklikt (fi g. 5).
5.3 Montage extra handvat (fi g. 6)
Klap de geleidehandgreep zoals getoond in fi g. 6
in de richting van de pijl omhoog.
Neem het apparaat pas in bedrijf als u de monta-
ge helemaal heeft afgesloten. Vóór elke ingebru-
ikneming dient de aansluitkabel van het apparaat
op tekenen van beschadiging te worden gecon-
troleerd; de kabel mag enkel in foutloze staat
worden gebruikt.
6. Bediening
6.1 Riemlengte bepalen (fi g. 1)
De riemlengte van de draagriem (4) zodanig
afstellen dat de zuigbuis dicht over de grond kan
worden geleid. De leirollen (9) aan het onderste
uiteinde van de zuigbuis dienen bovendien om de
zuigbuis gemakkelijker over de grond te leiden.
6.2 Toestel aansluiten en aanzetten (fi g. 7-8)
Het toestel kan aan ieder stopcontact met een
zekering van minstens 10A (met een wissel-
spanning van 230 V) worden aangesloten. Het
stopcontact moet worden beveiligd met een
aardlekschakelaar. De afschakelstroom mag max.
30mA bedragen.
•
De stekker van het toestel de koppeling van
de aansluitkabel (verlengkabel) in steken.
•
Aansluitkabel van het toestel, zoals afgebe-
eld, beveiligen d.m.v. de aan het toestel voor-
handen kabelontlasting.
•
Druk om in te schakelen op de Aan-/Uitscha-
kelaar (5).
•
Om uit te schakelen laat u de Aan-/Uitscha-
kelaar (5) weer los.
Anl_GC_EL_2500_E_SPK7.indb 64
Anl_GC_EL_2500_E_SPK7.indb 64
NL
6.3 Bedrijfsmodus kiezen
6.3.1 Zuigen (fi g. 9)
Draai de hefboom (fi g. 9, pos. 8) naar de stand
A. Dit kan zowel in stilstand als ook bij draaiend
gereedschap gebeuren.
6.3.2 Blazen (fi g. 9)
•
Draai de hefboom (fig. 9, pos. 8) naar de
stand B. Dit kan zowel in stilstand als ook bij
draaiend gereedschap gebeuren.
•
Richt de luchtstraal naar voren en beweeg u
langzaam om bladeren of tuinafval bijeen te
blazen of van moeilijk toegankelijke plaatsen
te verwijderen.
•
Let op !
Maak vóór het blazen de opvangzak leeg. An-
ders zouden opgezogen bladeren / tuinafval
opnieuw kunnen ontsnappen.
6.4 Opvangzak leegmaken (fi g. 1)
Maak de opvangzak (7) op tijd leeg. Bij een hoog
vulniveau gaat het zuigvermogen duidelijk ach-
teruit. Breng organisch afval naar de compostee-
rinrichting.
•
Toestel uitzetten en netstekker uit het stop-
contact trekken.
•
Ritssluiting aan de opvangzak (7) open trek-
ken en opvangzak leegschudden.
•
Ritssluiting aan de opvangzak (7) terug slui-
ten.
6.5 Toerentalregeling (fi g. 1)
Het gereedschap is voorzien van een elektroni-
sche toerentalregeling. Draai de toerenregelaar
(fi g. 1, pos. 10) naar de gewenste positie. Gebruik
het gereedschap enkel met het nodige toerental
en laat het niet onnodig hoog draaien
7. Vervanging van de
netaansluitleiding
Gevaar!
Als de netaansluitleiding van dit apparaat be-
schadigd wordt, dan moet hij door de fabrikant
of diens klantendienst of door een gelijkwaardig
gekwalifi ceerde persoon vervangen worden, om
gevaren te vermijden.
- 64 -
30.11.15 13:50
30.11.15 13:50