5. Gebruik
Dit toestel kan werken in manuele of DMX-mode. In manuele mode kunnen de flitssnelheid en dimmerfunctie worden
geregeld met draaiknoppen. In DMX-mode worden ze geregeld via 2 DMX-kanalen.
a. DMX-512 verbindingen
Verbind de meegeleverde XLR-kabel met de vrouwelijke 3-pins XLR-uitgang van uw
controller en de mannelijke 3-pins XLR-ingang van de VDP900ST. U kunt meerdere
VDP900STs serieel verbinden. De verbindingskabel moet een beschermde kabel zijn
met dubbele kern en met een XLR in- en uitgangsconnector. Zie het diagram rechts.
b. DMX-512 keten met terminator
Een DMX terminator is aanbevolen als de DMX kabel vrij lang is of wordt gebruikt in een omgeving met veel
elektrische ruis (bvb. een discotheek). De terminator voorkomt corruptie van het digitale controlesignaal door
elektrische ruis. Dit toestel is uitgerust met een ingebouwde DMX terminator, die wordt ingeschakeld door middel van
de rode dipschakelaar op het toestel. Zet die schakelaar op ON als het toestel het laatste toestel in de reeks is.
c. Startadres van de DMX projector bepalen
Alle DMX-gestuurde toestellen hebben een digitaal startadres nodig, zodat het juiste toestel reageert op de signalen.
Dit digitale startadres is het kanaalnummer van waarop het toestel "luistert" naar het signaal van de DMX controller.
Geef dit startadres door middel van de dipschakelaars op het toestel.
U kunt één enkel startadres gebruiken voor een groep toestellen of u kunt per toestel een nieuw startadres ingeven.
Wanneer u één enkel startadres instelt, zullen alle toestellen "luisteren" naar hetzelfde kanaal. Met andere woorden:
wanneer u de instellingen voor 1 kanaal verandert, zullen alle toestellen er tegelijk op reageren.
Wanneer u verschillende adressen instelt, dan luistert elk toestel naar een ander kanaal. Met andere woorden:
wanneer u de instellingen van een kanaal verandert, zal enkel het toestel op dat kanaal reageren.
In het geval van de 2-kanaals VDP900ST zou het startadres van het eerste toestel 1 moeten zijn, dat van het tweede
3 (1 + 2),dat van het derde 5 (3 + 2) etc.
d. Functiebepaling
Er zijn 9 dipschakelaars ; hoe ze zijn ingesteld bepaalt de werkingsmode van het toestel.
Muziekgestuurde werking
Deze functie laat het toestel muziekgestuurd werken. Schakelaars 1-9 moeten op OFF staan. De flitsintensiteit en –
snelheid kunnen worden geregeld door middel van de draaiknoppen.
DMX adresinstelling
De eerste 9 schakelaars bepalen het adres. Ze hebben elk een eigen waarde, die altijd 1 hoger ligt dan de waarde
van alle voorgaande schakelaars samen. Zo heeft schakelaar 1 waarde 1, schakelaar 2 waarde 2, schakelaar 3
waarde 4, 4 is 8, 5 is 15, 6 is 32, 7 is 64, 8 is 128 en 9 is 256. Neem het adres dat u wil toekennen en tel op van
schakelaar 9 tot 1, waarbij u onderweg de nodige warden selecteert. Zet die schakelaars op ON. De
maximumwaarde is 511 (alle 9 schakelaars op ON).
Bijvoorbeeld: adres 95 is 111110100 (1 + 2 + 4 + 8 + 16 + 0 + 64 + 0 + 0).
Er zijn 2 extra rode dipschakelaars. Een dient voor de DMX terminator. De andere dient om de frequentie van de AC
netspanning in te stellen (50 of 60 Hz). Voor Europa is dit 50Hz, voor de USA is dat 60 Hz.
VDP900ST
6
VELLEMAN