HOOFDSTUK -3: GEBRUIK VAN UW VRIEZER
• Dit
apparaat
is
omgevingstemperatuur tussen de 16°C - 38°C.
Reiniging
• Alvorens uw vriezer schoon te maken, schakel de stroomvoorziening uit en verwijder de stekker uit
het stopcontact.
• Maak uw vriezer niet schoon door er water overheen te gieten.
• Gebruik een warme vochtige doek of spons met zeep om de binnenkant van uw vriezer af te nemen.
• Verwijder voorzichtig alle manden door deze naar boven of naar buiten te schuiven en reinig met zeepwater.
Niet reinigen in een wasmachine of vaatwasser.
• Gebruik geen oplosmiddelen, schurende reinigingsmiddelen, glasreiniger of allesreiniger om uw vriezer
schoon te maken. Dit kan leiden tot beschadiging van de plastic oppervlakken en andere onderdelen door de
chemicaliën die deze bevatten.
• Maak het koeler aan de achterkant van uw vriezer tenminste een keer per jaar schoon met een zachte borstel of stofzuiger.
Zorg ervoor dat uw vriezer niet op het stopcontact is aangesloten tijdens het schoonmaken.
Het vriesvak ontdooien:
WAARSCHUWING: Gebruik nooit scherpe metalen voorwerpen, tenzij aanbevolen door de fabrikant, voor deze
bewerking want deze kunnen het koelmiddelcircuit beschadigen.
Na een bepaalde periode zal vorst opbouwen in bepaalde zones in het vriesvak. De vorst, geaccumuleerd in het
vriesvak, moet regelmatig verwijderd worden (gebruik de plastic schraper indien beschikbaar).
Het vriesvak moet volledig ontdooid worden van zodra de vorstlaag meer dan 3-5 mm dik is om de efficiëntie van het
vriesvak te handhaven.
• De dag voor u ontdooit, stelt u de thermostaat op "5" om de etenswaren volledig in te vriezen.
• Tijdens het ontdooien, moeten de ingevroren etenswaren in meerdere lagen papier verpakt en op een koele
plek bewaard worden. De onvermijdelijke stijging in temperatuur zal hun bewaartijd verkorten. Denk eraan dat
u deze etenswaren binnen een relatief korte periode gebruikt.
• Stel de thermostaat in op "•" en schakel het apparaat uit.
• Laat de deur openen om het dooiproces te versnellen. Verwijder het dooiwater uit het compartiment.
• Dit apparaat wordt geleverd met een speciaal draineersysteem.
1. Trek de onderste lade
2. Trek de draineerleiding
voorzijde onderaan in het apparaat.
3. Als er stagnerend water op de bodem van de diepvriezer ligt, kunt u het
verwijderen met een spons.
• Maak de binnenzijde met de hand schoon met lauw water en een
beetje vaatwasmiddel. Gebruik nooit schuurmiddelen of agressieve
schoonmaakmiddelen.
• Droog de binnenzijde van het apparaat af, steek de stekker in het
stopcontact en schakel de thermostaat op "5". Na 24 uur stelt u de
thermostaat opnieuw in op de gewenste stand.
HOOFDSTUK -4: RICHTLIJNEN BEWARING ETENSWAREN
Het vriesvak dient om verse etenswaren in te vriezen, bevroren etenswaren te bewaren voor de periode aangeduid op
de verpakking en ijsblokjes te maken.
• Het invriezen van verse etenswaren; verpak verse etenswaren correct en sluit correct af. De verpakking moet
luchtdicht zijn en mag niet lekken. Speciale vrieszakjes, aluminiumfolie (hoge kwaliteit, bij twijfel verpakt u dubbel),
polytheen zakjes en plastic containers zijn ideaal.
• Zorg ervoor dat de verse etenswaren die u wilt invriezen niet in aanraking komen de reeds bevroren etenswaren.
• Noteer steeds de datum en de inhoud op de verpakking en overschrijd de aangeduide bewaarperiode niet.
ontworpen
voor
gebruik
van het vriesvak uit en plaats het op de vloer uitgelijnd met de voorzijde van de kast.
A
uit op de achterwand van het vriesvak. Plaats het daarna in de groef op de
B
in
een
Klimaatklasse
T
ST
N
SN
NL -30-
Omgevingstemperatuur
Tussen 16 en 43 (°C)
Tussen 16 en 38 (°C)
Tussen 16 en 32 (°C)
Tussen 10 en 32 (°C)
C
o