INSTALLATIE- EN BEDIENINGSHANDLEIDING
248
15.1. PROCEDURE VOOR PROEFDRAAIEN MET DE AFSTANDSBEDIENINGSSCHAKELAAR
Schakel de voedingsbron voor de binnen- en buitenunits IN.
Stel de modus TEST RUN in met de schakelaar voor externe bediening.
Houd de knoppen "MODE" en "
ingedrukt.
a) Als de tekst 'TEST RUN' wordt weergegeven en het aantal aangesloten
units op de schakelaar voor externe bediening (bijvoorbeeld '') wordt
vermeld op de schakelaar voor externe bediening, is de kabel voor de
externe bediening correct aangesloten.→Ga naar
b) Als er niets wordt weergegeven of als het aantal units dat wordt
aangegeven minder is dan het werkelijke aantal units, klopt er iets
niet.→Ga naar
Indicatie schakelaar voor
de externe bediening
Geen
Aantal aangesloten units
is niet correct
Na controle terug naar
Selecteer TEST RUNNING MODE door op de schakelaar "MODE" (COOL of HEAT) te drukken.
Druk op de schakelaar RUN/STOP.
a De actie "TEST RUN" wordt gestart. (De OFF-TIMER van 2 uur wordt ingesteld en het proefdraaien wordt beëindigd nadat de unit twee uur in bedrijf is geweest, of wanneer u
nogmaals op de schakelaar "RUN/STOP" drukt).
OPMERKING:
Tijdens het proefdraaien wordt geen rekening gehouden met de temperatuurlimiet en de omgevingstemperatuur tijdens het verwarmen, zodat de procedure ononderbroken
kan worden afgewerkt; de beveiligingen blijven echter intact. Daarom kan de beveiliging in werking worden gezet tijdens het proefdraaien van de verwarming in een hoge
omgevingstemperatuur.
De werkingstijd van het proefdraaien kan worden gewijzigd / verhoogd door op de tijdschakelaar in de externe bediening te drukken
b Als de unit niet wordt gestart of het bedrijfslampje op de schakelaar voor externe bediening knippert, klopt er iets niet. →Ga naar
Indicatie voor de
afstandsbedieningsschakelaar
Het bedrijfslampje knippert.
(1 keer/sec). Bovendien
knippert het unitnr. en
knippert alarmcode '03'.
Het bedrijfslampje knippert.
(1 maal/2 sec.)
Indicatie van het knipperen
wijkt af van het bovenstaande
Het bedrijfslampje knippert.
(1 keer/1 sec).
Unitnr. , alarmcode
en unitcode E knipperen
Na controle terug naar
Instructies voor herstel indien de zekering van het transmissiecircuit
is doorgebrand:
1. Zorg dat de bedrading naar de terminalkaart in orde is.
2. Zet de eerste pen van DSW7 op de PCB-printplaat van de binnenunit
op ON
Zet de DSW7 op de PCB-printplaat van de binnenunit op ON
(alleen RPK-1.0/1.5)
PMML0197_r0_04-10.indb 248
OK" langer dan 3 seconden tegelijk
Mogelijke fouten
-
De voedingsbron van de buitenunit is
niet ingeschakeld.
-
De kabel van de externe bediening is
niet goed aangesloten.
-
De aansluitingsdraden van het netsnoer
zijn niet goed of zitten los.
-
De voedingsbron van de buitenunit is
niet ingeschakeld.
-
De bedieningskabel tussen de binnenunit
en de buitenunit is niet aangesloten.
-
De verbinding van de bedieningskabels
tussen de binnenunits is niet juist.
(Wanneer één schakelaar voor externe
bediening wordt gebruikt voor de
regeling van meerdere units).
Toestand van de unit
De unit wordt niet gestart.
De unit wordt niet gestart.
De unit wordt niet gestart of start
eenmaal en stopt weer.
De unit wordt niet gestart.
Bedrijfslampje
Controlepunten nadat de voeding UIT is
1. Aansluitingspunten van de kabel van de externe bediening terminalkaart van de schakelaar voor
externe bediening en binnenunit.
2. Contact van de terminals van de kabel voor de externe bediening.
3. Aansluitingsvolgorde van elke terminalkaart.
4. Schroefbevestiging van elke terminalkaart.
5. Instelling van dip-schakelaar op printplaat.
6. Aansluiting op de PCB-printplaat.
7. Dit is gelijk aan item
1, 2 en 3.
Mogelijke fouten
De voedingsbron van de buitenunit is niet
ingeschakeld.
De aansluitkabels van de bedieningskabel
zijn niet correct of zijn losgeraakt.
De kabel van de externe bediening is defect.
Slechte contacten bij aansluitingen.
De kabel van de externe bediening is niet
correct aangesloten.
De verbinding van de thermistor of andere
aansluitingen is niet correct. De beveiliging
of een ander onderdeel wordt uitgeschakeld.
De kabel van de externe bediening tussen
de binnenunits is niet correct aangesloten.
RPK 1.0/1.5 uitgezonderd
Aantal
aangesloten
units
Controlepunten nadat de voeding UIT is
1. Aansluitingsvolgorde van elke terminalkaart.
2. Schroefbevestiging van elke terminalkaart.
OPMERKING:
de herstelmethode "FUSE" voor het bedrijfscircuit.
Er is een zekering ("FUSE4" op de binnenunit PCB1,
"EF1" op de buitenunit PCB1) ter bescherming van
het bedrijfscircuit op de PCB-printplaat, wanneer de
netsnoeren zijn aangesloten op de bedieningskabels.
In geval van een gesmolten zekering kan het
bedrijfscircuit eenmaal worden hersteld wanneer de
dip-schakelaar op de PCB-printplaat wordt ingesteld
zoals aangegeven in
Dit is gelijk aan items
1 en 2.
Controleer deze storing aan de hand van de tabel met
afwijkingen in de technische catalogus (laat dit doen
door onderhoudstechnici).
Controleer deze storing aan de hand van de tabel met
afwijkingen in de technische catalogus (laat dit doen
door onderhoudstechnici).
Alleen RPK-1.0/1.5
08/07/2010 9:25:19