Enkel voor intern gebruik
Alvorens op te laden, lees de
instructies.
Zekering
T3.15A/250V
EG-overeenstemmingskenteken
Het
huishoudafval wegwerpen.
3. BATTERIJ
KENMERKEN
BT 40 Li 2.0
Batterij: 40V Max., 72 Wh
Spanning per cel: 3.6V ; Aantal cellen:10
Oplaadtijd: 85 min.
(met een batterijlader CG 40 Li)
BT 40 Li 2.5
Batterij: 40V Max., 90 Wh
Spanning per cel: 3.6V ; Aantal cellen: 10
Oplaadtijd: 110 min.
(met een batterijlader CG 40 Li)
Voor correct gebruik, onderhoud en opslag
van de batterij is het essentieel de instructies
in deze handleiding te lezen en te begrijpen.
Ter voorkoming van ernstige letsels, gevaar
voor brand, ontploffing en gevaar door
elektrische schokken en voltaïsche bogen:
• NOOIT de oplader met geleidende materialen
onderzoeken. De oplaadterminals zijn
bestand tegen een spanning van 120 V.
• Als de behuizing van de batterij kapot
of beschadigd is, mag u deze NIET
in de oplader plaatsen. Vervangen
met een nieuwe batterijgroep.
• Laad deze batterijgroepen NIET op
met een ander type oplader.
• Laat GEEN vloeistof in de oplader komen.
• Gebruik de oplader NIET voor
andere doeleinden dan die in deze
handleiding worden aangegeven.
• Probeer NOOIT de aansluitklemmen
van de batterij te kortsluiten.
Als de chemicaliën in de batterij
in contact komen met de ogen, spoel
product
niet
ze dan onmiddellijk met schoon water
gedurende minimaal 15 minuten.
Raadpleeg onmiddellijk een arts. Laad
de batterijgroep niet op in de regen of in
natte omgevingen. Dompel het werktuig,
de batterijgroep of de oplader niet
onder in water of andere vloeistoffen.
• Zorg ervoor dat de batterijgroep of de
oplader niet oververhit geraken. Als ze
warm zijn, laat ze dan afkoelen. Laad ze
enkel bij omgevingstemperatuur op.
• Dek de ventilatieroosters aan de
bovenkant van de oplader niet af. Plaats
de lader niet op een zacht oppervlak,
met
zoals een deken of kussen. Houd de
ventilatieroosters van de oplader schoon.
• Voorkom dat kleine metalen voorwerpen of
materialen zoals staalwol, aluminiumfolie
of andere vreemde deeltjes de holtes
van de oplader binnendringen.
• Voordat u de oplader schoonmaakt
of als er geen batterijgroep in zit,
moet u deze loskoppelen.
• Plaats de batterijgroep NIET in het zonlicht of
in een warme omgeving. Bewaar deze steeds
aan een normale omgevingstemperatuur.
• Tracht NIET twee opladers
tegelijkertijd te verbinden.
• Als de batterij gedurende lange tijd
niet wordt opgeladen, moet deze altijd
in de schaduw, op een koele plaats
en droge plaats bewaard worden.
• Laad de batterij om de 2 maanden
gedurende 2 uur op.
• Als ze te veel of bij extreme temperaturen
gebruikt worden, kunnen de cellen van de
batterijgroep kleine lekken ontwikkelen.
• Als de buitenste afdichting breekt
en de chemicaliën in de batterij in
contact komen met de huid:
– was u onmiddellijk met water en zeep.
– neutraliseer met citroensap,
azijn of andere lichte zuren.
• Als de chemicaliën in de batterij in contact
komen met de ogen, volg dan de bovenstaande
instructies en neem contact op met een arts.
• Controleer voor gebruik of de
uitgangsspanning en de batterijladerstroom
geschikt zijn voor het opladen van de batterij.
• Als de uitgangspolariteit niet
overeenkomt met die van de oplader,
mag u de oplader NIET gebruiken.
• Enkel voor intern gebruik
• Open het deksel NOOIT, om geen enkele
reden. Indien het deksel beschadigd is, mag
de oplader NIET meer gebruikt worden.
• Laad niet heroplaadbare
batterijen nooit opnieuw op.
NL - 2