�
Veiligheidsinstructies
� Bij de montage moeten ter voorkoming van knel- en snijwonden handschoenen
worden gedragen.
� Het product mag alleen voor het wassen, hygiënische doeleinden en voor d e
lichaamreiniging worden gebruikt.
� Kinderen mogen het product alleen zonder toezicht gebruiken wanneer zij
voldoende instructies hebben gekregen om het product op een veilige manier
te gebruiken en de gevaren van een verkeerde bediening begrijpen.
� Op de elektrische aansluitleiding van de kraan mag uitsluitend de door
Hansgrohe geleverde batterijbehuizing met batterij CR-P2 resp. adapter HG-nr.
30589310 worden aangesloten.
� Een beschadigde verbindingskabel mag niet vervangen worden. De transforma-
tor mag dan niet meer gebruikt worden.
� De transformator incl. stekker mag alleen gemonteerd resp. aangesloten
worden in droge binnenruimten buiten de veiligheidszone.
� De transformator mag niet in veiligheidszone 0 of 1 ingebouwd worden.
� De contactdoos moet buiten de veiligheidszone liggen. (zie blz. 62, Afb. 8)
� De kraan kan ingebouwd worden in veiligheidszone 2.
� Grote drukverschillen tussen de koud- en warmwatertoevoer dienen vermeden
te worden.
Montage-instructies
• Vóór de montage moet het product gecontroleerd worden op transportschade.
Na de inbouw wordt geen transport- of oppervlakteschade meer aanvaard.
• De leidingen en armaturen moeten gemonteerd, gespoeld en gecontroleerd
worden volgens de geldige normen.
• De in de overeenkomstige landen geldende installatierichtlijnen moeten
nageleefd worden.
• Boven de armatuur moet voldoende plaats voor servicewerkzaamheden
voorhanden zijn. (min. 200 mm)
• 71501000, 71502000: Het artikel kan niet in combinatie met een doorstroom-
toestel toegepast worden.
&
Elektrische installatie
Electro-installateur
& De installatie- en controlewerkzaamheden moeten uitgevoerd worden door een
erkende electricien die rekening houdt met DIN VDE 0100 Deel 701 /
IEC 60364-7-701.
Elektrische aansluiting
& Spanningsvoorziening: 230 V AC ± 10 %/ 50- 60 Hz
& De beveiliging moet gebeuren via een verliesstroomschakelaar (RCD / FI) met
een toegekende verschilstroom ≤ 30 mA. De veiligheidsinrichting moet
regelmatig op functionaliteit gecontroleerd worden.
& Alle werkzaamheden mogen alleen uitgevoerd worden in de spanningsvrije
toestand. Daarbij moet de spanningsvoorziening via hoofdschakelaar of
stekker veilig gescheiden worden.
& De contactdoos moet buiten de veiligheidszone liggen. (zie blz. 62, Afb. 8)
Instellen
Deze elektronische kraan heeft een achtergrondschakeling met diepte aanpassing,
d.w.z. het sensor systeem stelt automatisch de plaatselijke omstandigheden
(grootte van wastafel, lichtintensiteit, reflexie) in. Instellen van de infrarood sensor
is niet nodig.
Gebruik met batterijen
Via een LED wordt aangegeven dat de batterij moet worden vervangen.
(zie blz. 67).
Let op! Nadat de batterij is vervangen, mag de kraan gedurende ca. 35 seconden
niet worden geactiveerd. In deze tijd stelt de kraan zichzelf af.
Gebruik met adapter
Bij het vervangen van de adapter moet hetzelfde te werk worden gegaan als bij
het vervangen van de batterij.
Normaal gebruik
Het bereik van het detectiegebied resp. de afstand van het inschakel- en uitscha-
kelpunt van de kraan is niet alleen afhankelijk van de optische omgevingsfactoren
(bijvoorbeeld van de vorm en de reflectie van de wastafel en de verlichting in de
omgeving), maar ook van de vorm, de grootte, de snelheid en de reflectie van het
object dat op dat moment binnen het detectiegebied wordt gehouden. Het bereik
van het detectiegebied resp. de afstand van het inschakel- en uitschakelpunt van
de kraan ligt bij normaal gebruik tussen ca. 160 en 200 mm. Donkere (bijv.
12
Nederlands
grijs-zwarte) objecten worden op grond van hun geringe reflectie slecht herkend
door de kraan. Bij deze objecten kan het bereik van het detectiegebied resp. de
afstand van het inschakel- en uitschakelpunt kleiner zijn dan 160 mm. Lichte of
spiegelende objecten worden op grond van hun hoge reflectie erg goed herkend
door de kraan. Bij deze objecten kan het bereik van het detectiegebied resp. de
afstand van het inschakel- en uitschakelpunt groter zijn dan 200 mm. Sterke
lichtbronnen mogen niet direct op het sensorvenster van de kraan worden gericht.
Door waterdruppels of condenswater op het sensorvenster kan de kraan onbe-
doeld aangaan.
Technische gegevens
Armatuur standaard met EcoSmart
Werkdruk: max.
Aanbevolen werkdruk:
Getest bij:
Temperatuur warm water:
Maximale uitstroomtemperatuur bij 50 K temperatuurverschil en 0,3 MPa
stroomdruk:
Naloop tijdec:
Automatisch uitschakelen:
batterij:
trafo:
Beveiligingsklasse:
Plaats typeplaatje:
Het product is uitsluitend ontworpen voor drinkwater!
(doorstroombegrenzer)
®
max. 0,8 MPa
0,1 - 0,5 MPa
(1 MPa = 10 bar = 147 PSI)
10 sec (Fabrieksinstelling) / 20 sec / 30 sec
CR-P2 / 6 V Lithium
230 V AC ± 10 % / 50 – 60 Hz / 30 mA
1,6 MPa
max. 60°C
max. 42°C
1 - 2 sec
IPX9
zie blz. 69