De bedrijfsmodus
wijzigen
Naast de modus waarin het apparaat
luchtzuivering combineert met
bevochtiging, kunt u het apparaat ook
gebruiken in een modus met alleen
luchtzuivering.
1
Nadat het apparaat is ingeschakeld,
drukt u eenmaal op .
» Het lampje voor HUMIDIFY en de
vochtigheidsindicatoren gaan uit.
» De bevochtigingsfunctie wordt
gedeactiveerd. Het apparaat
werkt in de modus met alleen
luchtzuivering (afb. s ).
2
Druk op
om de
bevochtigingsfunctie in te
schakelen.
Opmerking
In de modus met alleen luchtzuivering
•
reageert de bevochtingsknop
Het apparaat kan niet in een modus met
•
alleen bevochtigen werken.
De gevoeligheid van de
luchtkwaliteitssensor
instellen
De gevoeligheid van de
luchtkwaliteitssensor van dit apparaat
kan worden aangepast. Er zijn drie
gevoeligheidsniveaus:
Extra gevoelig (standaardinstelling)
•
Sensitive
•
Standaard
•
De gevoeligheid van de
luchtkwaliteitsensor kan op de volgende
manier worden aangepast:
Opmerking
Als het apparaat is ingesteld op
•
een hogere gevoeligheid, wordt
de luchtzuiveraar allergischer voor
de verontreinigende stofen in de
lucht. Wanneer de luchtzuiveraar
in de modus AUTO staat, is het
waarschijnlijker om te kiezen voor
een hogere ventilatorsnelheid
dan de standaardsnelheid. De
luchtkwaliteitssensor selecteert de juiste
kleur van de luchtkwaliteitsindicator
in overeenstemming met de hogere
gevoeligheid.
1
Haal de stekker van het apparaat uit
het stopcontact.
2
Steek na een tijdje de stekker weer
in het stopcontact.
3
Houd de knop voor de
ventilatorsnelheid
bevochtigingsknop
seconden ingedrukt (afb. t).
niet.
» Een of meerdere
Ventilatorsnel-
heidlampje
+
4
Druk op de knop voor
ventilatorsnelheid
gevoeligheidsniveau van de
luchtkwaliteitssensor aan te passen
(afb. u).
5
Houd
de instelling op te slaan en het
apparaat uit te schakelen.
en de
tegelijkertijd 3
ventilatorsnelheidlampjes
knipperen om het ingestelde
gevoeligheidsniveau van de
luchtkwaliteitssensor weer te
geven.
Gevoeligheidsni-
veau
Extra gevoelig
Sensitive
Standaard
om het
2 seconden ingedrukt om
NL
103