Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
NL
8.3
Elektrische aansluiting van de
pomp
Zie de gebruikershandleiding bij de pomp, hoofd-
stuk 5
8.4
Eerste inbedrijfstelling
Dop van vulopening C losschroeven. Controleer
het inwendige van het reservoir op verontreini-
gingen en reinig het indien nodig, bijv. met de
stofzuiger.
Het vullen van de tank moet gebeuren met het zelf-
standig afsluitende tankpistool. Na het vullen de
dop aan vulopening C weer vastschroeven.
Controleer of de pomp is uitgeschakeld. Klem de
pooltangen op een geschikte spanningsbron en
schakel de pomp met de schakelaar in.
Let op:
Bij de montage van de afzonderlijke onderdelen
kunnen, ondanks de grootste voorzichtigheid, ver-
ontreinigingen in het systeem zijn terechtgekomen.
Daarom raden wij u aan om vanwege de hoge
zuiverheidseisen bij de ingebruikname de eerste
ca. 5 liter niet in de auto te tanken, maar apart op
te vangen.
De tankinstallatie is nu operationeel.
8.5.
Gebruik
8.5.1
Tanken van voertuigen/containers
Verwijder het tankpistool uit de houder en steek de
tuit volledig in de tank/tank die u wilt tanken.
Breng de voedingsspanning tot stand en schakel
de pomp via de schakelaar in.
Om de ureumoplossing af te geven trekt u nu aan
de bedieningshendel van de tankpistool en zet
u deze, indien nodig, met de kleine klep onder
de hendel vast op de vertanding in de gewenste
stand. Het tankpistool schakelt automatisch uit
wanneer het reservoir/de tank van het te vullen
voertuig vol is. Als de afgifte voortijdig moet wor-
den beëindigd, maakt u de hefboom los door deze
kort los te trekken en los te laten.
Nadat de tuit is afgedruppeld, neemt u het pistool
uit het vulstuk en rolt u de slang op. Plaats het
tankpistool terug in de houder. Pomp uitschakelen.
Laat de pomp nooit lang droog lopen als het reser-
voir leeg is. Deze is slechts beperkt droogloopveilig
en kan schade door oververhitting veroorzaken.
Knik de tapslang niet bij het tanken en oprollen op
het reservoir.
144
i
Let op!
Het bijtanken moet voortdurend worden
gecontroleerd.
i
Opmerking:
De ontluchting en drukontlasting van
de tank verloopt automatisch via de
geïntegreerde klep C. Bij grotere afna-
mehoeveelheden opent u nog extra de
vulopening B.
8.5.2
Omgevingsinvloeden
De extra tank voor AUS 32 mag tijdens het trans-
port op een voertuig of bij het bewaren gedurende
langere tijd niet aan direct zonlicht worden blootge-
steld. De tank is gemaakt van een hoogwaardige,
ondoorschijnende kunststof. In direct zonlicht kan
het sterk opwarmen, wat een negatieve invloed
heeft op de kwaliteit van de ureumoplossing en
kan het leiden tot vervorming van het reservoir.
Bescherm uw installatie door deze bijvoorbeeld
af te dekken. Vervormingen door inwerking van
warmte zijn geen reden voor klachten.
Een temperatuurbereik van – 5 °C tot + 25 °C is
een ideale opslagconditie voor de ureumoplossing.
Bij meer dan + 25 °C begint de ammoniak uit te
gassen. Zorg in dit geval voor voldoende ventilatie
van de omgeving. Onder – 11 °C is de ureum-
oplossing bevroren en de installatie beschadigd
worden.
Publicidad
