Als u wekedelenartefacten, discrepanties of ongewilde weergaven tijdens de opname moet verwijderen, klikt
u op het hulpprogramma Knippen
worden verwijderd. Scan het gebied, indien nodig, opnieuw om de gaten te vullen.
• Na het scannen van de bovenkaak kunt u doorgaan met het scannen van de onderkaak. Selecteer op de
NeoPro-interface de opnamemodus Onderkaak
OF
druk op de modusknop op de scanner om de scanmodus Onderkaak
• Herhaal stappen 3 tot en met 6 totdat de onderkaakscan is afgerond.
• Controleer of er zich duidelijke gaten op het 3D-model bevinden en scan, indien nodig, opnieuw.
• Wanneer u bevestigt dat het 3D-model van de boven- en onderkaak compleet is, gaat u verder met de scan
van de buccale-beetregistratie.
De buccale-beetregistratie scannen
Om een buccale-beetregistratie te maken, volgt u deze stappen:
• Selecteer op de NeoPro-interface de opnamemodus Buccale-beetregistratie
OF
druk op de modusknop op de scanner om de buccale-beetregistratiemodus
• Plaats de tip van de scanner in de buccale zijde in de mond van de patiënt. Draai de tip vervolgens om die uit
te lijnen met de tanden. Sluit de mond van de patiënt en bevestig dat de beetstand correct is.
• Druk op de knop Scan starten en beweeg de scannertip langzaam in mesiale richting waarbij zowel de boven-
als de ondertanden worden gescand.
en tekent u een curve die het gebied dekt dat op het 3D-model moet
te selecteren.
te selecteren.
NeoScan 1000-installatie- en bedieningshandleiding
297