Achteruitrijvideocamera monteren
A
LET OP!
Controleer voor het boren of geen elektrische kabels of andere delen van het
voertuig door boren, zagen en vijlen beschadigd kunnen raken.
➤ Boor een gat met een diameter van 17 mm in de bumper.
➤ Plaats de camera met de stekkerbus naar voren tot de aanslag in het boorgat.
Let erop dat de camera correct is gericht.
I
INSTRUCTIE
Let op de correcte afstelling. Als de camera niet correct wordt gericht, dan
wordt het beeld scheef of omgekeerd op de monitor weergegeven.
➤ Controleer of de camera goed is bevestigd.
Deze moet stevig vastzitten en mag door schokken niet uit het boorgat glijden.
7.2
Kabels aanleggen
A
LET OP!
Controleer voor het boren of geen elektrische kabels of andere delen van het
voertuig door boren, zagen en vijlen beschadigd kunnen raken.
I
INSTRUCTIE
Gebruik voor de doorvoer van de aansluitkabels indien mogelijk originele
doorvoeren of andere doorvoermogelijkheden, zoals bekledingsranden,
ventilatieroosters of blinde schakelaars. Als er geen rubberstop aanwezig is,
maak dan een boring van ca. Ø 13 mm en breng een kabeldoorvoertule aan.
Het niet-vakkundig aanleggen of verbinden van kabels leidt steeds weer tot
storingen of beschadigingen van onderdelen. Het correct aanleggen en ver-
binden van kabels is een voorwaarde voor een duurzame en storingsvrije
werking van de later aangebouwde componenten.
Neem daarom de volgende instructies in acht:
Leg de kabels indien mogelijk altijd binnen in het voertuig aan, want daar zijn ze beter
beschermd dan aan de buitenkant van het voertuig.
Indien u de kabels toch aan de buitenkant van het voertuig aanlegt, let dan op een vei-
lige bevestiging (door extra kabelverbinders, isolatieband e.d.).
Houd bij het aanleggen van de kabels altijd voldoende afstand tot hete en bewegende
voertuigonderdelen (uitlaatpijpen, aandrijfassen, dynamo, ventilatoren, verwarming
e.d.), om beschadigingen aan de kabel te voorkomen.
Omwikkel de stekkerverbindingen van de verbindingskabels ter bescherming tegen
het indringen van water en elke verbinding aan een kabel (ook in het voertuig) met een
goede isolatieband (afb. 5 B, pagina 5). Het best geschikt is zelfhardend afdichtings-
band bijv. van 3M.
54
CAM29
NL