2. Controleer of het insteekeinde van het gereedschap
schoon en licht ingevet is. Zo nodig dient u het insteek-
einde te reinigen en in te vetten.
3. Controleer of de afdichtingslip van de stofkap schoon
is en in goede toestand verkeert. Indien nodig reinigt
u de stofkap of, ingeval de afdichtingslip beschadigd
is, vervangt u de stofkap (zie het hoofdstuk "Verzor-
ging en onderhoud").
4. Breng het gereedschap in de gereedschapopname en
draai het onder lichte druk, tot het in de geleidings-
groef klikt.
5. Druk het gereedschap in de gereedschapopname tot
het hoorbaar inklikt.
nl
6. Controleer of het gereedschap goed vergrendeld is
door er aan te trekken.
7.2 Gereedschap verwijderen
ATTENTIE
Draag bij het wisselen van gereedschap werkhand-
schoenen, omdat het gereedschap heet wordt door het
gebruik.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Open de gereedschapopname door de gereedschap-
vergrendeling terug te trekken.
3. Trek het gereedschap uit de gereedschapopname.
7.3 Diepte-aanslag instellen
1. Open de houder van het zijhandvat door een het hand-
vat te draaien.
2. Draai het zijhandvat in de gewenste positie.
3. Stel de diepte-aanslag in op de gewenste boordiepte
X.
4. Zet het zijhandvat vast door het handvat te draaien.
7.4 Hamerboren – volle slag
■ Door het boorproces kan mate-
riaal afsplinteren.
■ Afgesplinterd materiaal kan letsel
aan lichaam en ogen veroorzaken.
■ Draag een veiligheidsbril, veilig-
heidshandschoenen en, als u geen
stofafzuiging gebruikt, een licht stof-
masker.
■ Het apparaat en het boorproces
veroorzaken lawaai.
■ Te hard lawaai kan het gehoor
beschadigen.
■ Draag oorbeschermers.
50
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5071102 / 000 / 00
-ATTENTIE-
-ATTENTIE-
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Draai de schakelaar in de stand "Symbool" (
3. Zet het apparaat met de boor op het gewenste boor-
punt.
4. Druk de vario-schakelaar langzaam in (werk met een
laag toerental tot de boor zich in het boorgat heeft
gecentreerd).
5. Druk de vario-schakelaar helemaal in als u op vol ver-
mogen wilt werken.
6. Oefen niet al te veel druk uit. Het slagvermogen wordt
daardoor niet vergroot. Minder druk verlengt de levens-
duur van de werktuigen.
7. Om afsplinteringen bij het doorbreken te voorkomen
moet u het toerental kort voor het doorbreken verla-
gen.
7.5 Hamerboren – fijne slag
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Draai de schakelaar in de stand "Symbool" (
3. Zet het apparaat met de boor op het gewenste boor-
punt.
4. Druk de vario-schakelaar langzaam in (werk met een
laag toerental tot de boor zich in het boorgat heeft
gecentreerd).
5. Druk de vario-schakelaar helemaal in als u op vol ver-
mogen wilt werken.
6. Het gebruik van moderne TE-C-boren in combinatie
met fijne slag reduceert afsplinteringen bij kritische
ondergronden.
7.6 Boren zonder slag
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Draai de schakelaar in de stand symbool Boren
(
). In deze stand wordt alleen de draaibewe-
ging op het werkstuk overgedragen.
3. Druk de regelschakelaar langzaam in (werk met een
laag toerental tot de boor zich in het boorgat heeft
gecentreerd).
4. Druk de regelschakelaar helemaal in als u op vol ver-
mogen wilt werken.
7.7 Naar links/rechts
1. Draai de schakelhendel op de stand symbool voor links
(L
) of rechts (R ).
)
)