LET OP! Duidt op een situatie die, indien deze niet wordt voorkomen, kan leiden tot materiële
schade.
• Vergelijk de spanningsgegevens op het typeplaatje met de beschikbare energievoorziening.
• Dompel het toestel nooit onder in water.
• Bescherm het toestel en de kabels tegen hitte en vocht.
• Stel het toestel niet bloot aan regen.
• Zorg ervoor dat het montageoppervlak het gewicht van het toestel kan dragen.
• Leg de kabels zodanig dat er niet over kan worden gestruikeld en dat ze niet beschadigd kunnen ra-
ken.
• Gebruik holle buizen of leidingdoorvoeren, als leidingen door plaatwanden of andere wanden met
scherpe randen geleid moeten worden.
4 Beoogd gebruik
De accu is bedoeld om energie te leveren aan de apparatuur in een camper. De accu is bedoeld voor gebruik met
elektrische installaties van 12 V. De regeleenheid optimaliseert de werking van de accu in een camper. Het display
gee informatie over de werking van het systeem.
Dit product is alleen geschikt voor het beoogde gebruik en de toepassing in overeenstemming met deze gebruiks-
aanwijzing.
Deze handleiding gee informatie die nodig is voor een correcte installatie en/of correct gebruik van het product.
Een slechte installatie en/of onjuist gebruik of onderhoud leidt tot onbevredigende prestaties en mogelijke storin-
gen.
De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkheid voor letsel of schade aan het product die het gevolg is van:
• Onjuiste montage of aansluiting, inclusief te hoge spanning
• Onjuist onderhoud of gebruik van andere dan door de fabrikant geleverde originele reserveonderdelen
• Wijzigingen aan het product zonder uitdrukkelijke toestemming van de fabrikant
• Gebruik voor andere doeleinden dan beschreven in deze handleiding
Dometic behoudt zich het recht voor om het uiterlijk en de specificaties van het product te wijzigen.
5 Doelgroep
De mechanische en elektrische installatie en de instelling van het toestel moeten worden uitgevoerd door
een bevoegde technicus die zijn vaardigheden en kennis met betrekking tot de constructie en bediening
van apparatuur en installaties in motorvoertuigen hee bewezen en die vertrouwd is met de toepasselijke
regelgeving van het land waarin de apparatuur moet worden geïnstalleerd en/of gebruikt en die een vei-
ligheidstraining hee gevolgd om de gevaren te herkennen en te voorkomen.
NL
41