6. Als de rijst klaar is, verschijnt de schakelaar. Het indica-
tielampje 'warm houden' gaat branden om aan te geven dat
de functie 'warm houden' is gestart.
7. Nadat de schakelaarknop verschijnt: laat het deksel min-
stens 15 minuten op het apparaat staan om de rijst te sto-
men. De rijst zal luchtiger zijn. (Afb. 7 op pagina 5)
8. Druk op de knop om het deksel te openen en open vervol-
gens het deksel.
9. Schep en meng de rijst goed met de meegeleverde schep of
een houten of plastic schep. Gebruik geen metalen schep-
pen.
10. Sluit na het nemen van wat rijst het deksel en houd de rijst
warm. Als u de rijst een beetje wilt laten afkoelen, opent u
het deksel en haalt u de stekker uit het stopcontact om de
rijst in de binnenpan te laten afkoelen.
11. Dit rijstfornuis is geschikt voor maximaal 10 kopjes (180 ml)
droge rijst.
AANDACHT! Tijdens het kookproces ontsnapt hete stoom uit de
stoomopening. GEVAAR VOOR SCHAALMEN! Bedek het appa-
raat niet tijdens gebruik met een doek of andere voorwerpen.
Tips voor het gebruik
• Het langer dan 5 uur warm houden van gekookte rijst kan
verkleuring of een aanstootgevende geur veroorzaken.
• Om een droog, verkleurd effect en een aanstootgevende geur
van de gekookte rijst te voorkomen, houdt u het buitendeksel
perfect gesloten na het serveren van rijst.
• Laat de rijstschep of ander keukengerei niet in de pan liggen
terwijl u het warm houdt.
• Gebruik de warmhoudfunctie niet om overgebleven koude
rijst op te warmen.
• Er is een minimale hoeveelheid rijst om warm te houden.
Zorg er bij gebruik van de warmhoudcyclus voor dat u ten
minste 4 volle kommen of 6 volle kommen gekookte rijst in
de pan hebt.
Reiniging en onderhoud
• AANDACHT! Koppel het apparaat altijd los van de voeding en
koel het af voordat u het opbergt, reinigt en onderhoudt.
• Gebruik geen waterstraal of stoomreiniger voor het reinigen
en duw het apparaat niet onder water, omdat de onderdelen
nat worden en er elektrische schokken kunnen ontstaan.
• Als het apparaat niet schoon wordt gehouden, kan dit een ne-
gatieve invloed hebben op de levensduur van het apparaat en
leiden tot een gevaarlijke situatie.
• Voedselresten moeten regelmatig worden gereinigd en uit
het apparaat worden verwijderd. Als het apparaat niet goed
wordt gereinigd, verkort dit de levensduur en kan dit leiden
tot een gevaarlijke situatie tijdens het gebruik.
Reiniging
• Reinig het gekoelde buitenoppervlak met een doek of spons
die licht bevochtigd is met een milde zeepoplossing.
• Om redenen van hygiëne moet het apparaat voor en na ge-
bruik worden gereinigd.
• Vermijd contact van water met de elektrische componenten.
• Reinig de binnenkant van de container met een niet-schurend
reinigingsmiddel en spoel af met schoon water.
• Dompel het apparaat nooit onder in water of andere vloei-
stoffen.
• Geen enkel onderdeel is vaatwasmachinebestendig.
Onderhoud
• Controleer regelmatig de werking van het apparaat om ern-
stige ongevallen te voorkomen.
• Als u ziet dat het apparaat niet goed werkt of dat er een pro-
bleem is, stop dan met het gebruik, schakel het uit en neem
contact op met de leverancier.
• Alle onderhouds-, installatie- en reparatiewerkzaamheden
moeten worden uitgevoerd door gespecialiseerde en bevoeg-
de technici, of worden aanbevolen door de fabrikant.
Transport en opslag
• Zorg er vóór opslag altijd voor dat het apparaat is losgekop-
peld van de stroomtoevoer en volledig is afgekoeld.
• Bewaar het apparaat op een koele, schone en droge plaats.
• Plaats nooit zware voorwerpen op het apparaat, omdat dit het
kan beschadigen.
• Verplaats het apparaat niet terwijl het in werking is. Koppel
het apparaat tijdens het verplaatsen los van de voeding en
houd het aan de onderkant vast.
NL
17