SNEL BEGINNEN
1 Sluit een dubbele RCA-op-RCA-kabel aan tussen de L- en R-
uitgangsaansluitingen en de overeenkomende cd-ingangen op de
versterker.
2 Sluit het netsnoer aan.
3 Druk op de POWER-toets (aan/uit-toets) om de speler in te
schakelen.
4 Druk op OPEN om de cd-lade te openen.
5 Plaats een cd, met het etiket naar boven, in de ronde uitsparing in
de lade. Leg het schijfje midden in de uitsparing.
6 Druk op PLAY/PAUSE (afspelen/pauzeren). De lade wordt
automatisch gesloten en het schijfje wordt afgespeeld.
7 U kunt te allen tijde SKIP (overslaan) indrukken of een andere track
op het schijfje selecteren.
8 Druk op PLAY/PAUSE (afspelen/pauzeren) indien u het afspelen
tijdelijk wilt onderbreken en daarna op hetzelfde punt weer verder
wilt gaan met beluisteren. Druk nogmaals op PLAY/PAUSE wanneer
u het afspelen wilt hervatten. Druk op STOP indien u het afspelen
wilt beëindigen en bij het afspelen weer vooraan op het schijfje wilt
beginnen.
AANTEKENING BIJ DE INSTALLATIE
Installeer de NAD C 521BEE cd-speler op een vlakke, trillingsvrije
ondergrond. (Bij sterke trillingen of indien de cd-speler schuin staat, kan
het gebeuren dat de speler overslaat.) De speler kan met andere stereo-
componenten worden gestapeld, zolang er maar voldoende ventilatie
is. Indien de speler dicht in de buurt van een tuner (AM of FM), een
videospeler of een televisie wordt geplaatst, kan de door de digitale
circuits opgewekte statische elektriciteit storingen veroorzaken in de
ontvangst van zwakke signalen. Indien dit gebeurt, plaats de cd-speler
dan weg van andere apparatuur of schakel hem uit tijdens het kijken of
luisteren naar uitzendingen.
AANSLUITINGEN ACHTERPANEEL
1. LINE OUT-UITGANGEN
Sluit tussen deze aansluitingen en de versterker een kabel aan. Steek
een uiteinde van een dubbele RCA-op-RCA-kabel in de (bovenste) L- en
de (onderste) R-uitgangsaansluitingen. Sluit het andere uiteinde van de
kabel aan op de cd-ingang van de stereoversterker of op een andere
"lijnniveau"-ingangsaansluiting (zoals de AUX-ingangen). Sluit deze
kabel NIET aan op de PHONO-ingangsaansluitingen van de versterker.
De RCA-aansluitingen op de NAD C 521BEE zijn kleurgecodeerd om het
aansluiten te vergemakkelijken. Rood is rechts en wit is links en geel
geeft de digitale uitgang aan. De kabels en aansluitpunten mogen niet
zijn beschadigd en alle connectors moeten stevig op hun plaats worden
aangebracht.
22
2. DIGITALE UITGANG
Het digitale afspeelsignaal staat op deze uitgang. De uitgaande seriële
gegevens worden na de foutcorrectie genomen maar voordat de
conversie van digitaal naar analoog en het filteren plaatsvindt. De
uitgang is afgesloten van de transformator vanaf de ingebouwde
digitaal-naar-analoog-circuits. Deze kan worden aangesloten op iedere
digitale signaalprocessor die voldoet aan de Sony/Philips-standaard
(SPDIF-standaard).
Om de digitale uitgang te kunnen gebruiken, moet een kabel worden
aangesloten van dit aansluitpunt naar de ingang "CD Digital" of
equivalent op een digitale processor of recorder. De beste resultaten
worden behaald indien een 75 Ohm coaxiale kabel van het type voor
videosignalen wordt gebruikt met een RCA-phonostekker aan beide
uiteinden. (Ter onderscheiding van vergelijkbare phono-stekkerkabels
voor analoge audiosignalen, worden op video- en digitaalsignaalkabels
vaak gele stekkers bevestigd.)
3. NETSNOER
Sluit dit netsnoer aan op een wandcontactdoos of op een extra AC-
contactdoos achterop uw versterker.
BEDIENINGSELEMENTEN FRONTPANEEL
1. POWER ON/OFF (AAN/UIT)
Druk op deze toets om de cd-speler in te schakelen. Druk de toets
nogmaals in om de unit uit te schakelen. Het display licht op wanneer
de unit wordt ingeschakeld, wat aangeeft dat deze klaar is voor gebruik.
2. CD-LADE
Druk op de toets OPEN om de cd-lade te openen. Plaats de cd in de
grote, ronde uitsparing in de lade, met het transparante speeloppervlak
naar beneden gekeerd. Het label moet naar BOVEN wijzen. CD-3
schijfjes (3 inch cd "singles") kunnen zonder gebruik van een adapter
worden afgespeeld. Leg het schijfje in de lade, in het midden van de
kleinere, ronde uitsparing en met het label naar BOVEN gekeerd.
N.B.: Deze speler is niet geschikt voor het gebruik van een "damping
disc" bovenop een cd, en ook niet voor twee cd's op elkaar. Met deze
speler kunnen cd's en cd-rw's worden afgespeeld, maar geen cd-v, dvd,
cd-I, cd-rom of foto-cd. Zie ook onder "Cd-r- en cd-rw-audioschijfjes".
3. DISPLAY
Op het display wordt informatie over de afspeelstatus gegeven en over
de locatie van de leeslens op het schijfje. De getoonde track-/tijd-
informatie wordt verkregen door onhoorbare "subcodes" op het schijfje
te lezen.
TRACK-NUMMER Ieder schijfje wordt tijdens de opname in
segmenten, de genummerde tracks, verdeeld. Gewoonlijk komt iedere
track overeen met een lied, een symfonisch deel, etc. Deze track-
nummers staan op de cd-hoes aangegeven en worden door de
fabrikant in de vorm van een code op het schijfje opgeslagen. Sommige
cd's bevatten, indien de fabrikant dit zo wil, tracks die zijn onderverdeeld
in secties. Deze secties worden aan de hand van index-nummers
aangegeven. Deze speler geeft geen index-nummers weer.
TIJD Gewoonlijk wordt op dit display de verlopen tijd sinds het begin
van de huidige track getoond. Met de toets TIME (tijd) kunt u van
display veranderen in het aantal resterende tracks en speeltijd tot aan
het einde van het schijfje. Wanneer u een ander schijfje plaats en met
de toets OPEN (nr. 4) de cd-lade sluit, worden op het display het aantal
tracks en de totale speeltijd van alle tracks op het schijfje getoond.
REMAIN (RESTEREND) REMAIN verschijnt linksonder in het display
indien u op de toets TIME hebt gedrukt om het resterende aantal tracks
en resterende tijd van de cd te zien.