NL
EXPLOITATIE VAN DE STROOMTANG
LET OP! Om u te beschermen tegen het risico van elektrische schokken voordat u de behuizing van het
apparaat opent, dient u de meetkabels los te koppelen en de stroomtang uit te schakelen.
Veiligheidsinstructies
Gebruik de stroomtang niet in een omgeving met een te hoge luchtvochtigheid, aanwezigheid van giftige of
ontvlambare dampen, in een explosieve atmosfeer. Controleer vóór elk gebruik de toestand van de stroom-
tang en de meetkabels; als u fouten opmerkt, begin dan niet te werken. Vervang beschadigde kabels door
nieuwe die vrij zijn van defecten. In geval van twijfel kunt u contact opnemen met de fabrikant. Houd bij
het meten de meetkabels alleen achter het geïsoleerde deel. Raak geen meetpunten of ongebruikte con-
tactdozen van de stroomtang aan. Ontkoppel de meetkabels voordat u de meetwaarde wijzigt. Voer nooit
onderhoudswerkzaamheden uit zonder dat de meetkabels van de stroomtang zijn losgekoppeld en dat de
stroomtang zelf is uitgeschakeld.
Vervanging van de batterijen
De stroomtang heeft batterijen nodig, waarvan het aantal en type in de technische gegevens zijn gespecifi -
ceerd. Het gebruik van alkalinebatterijen wordt aanbevolen. Om de batterij te plaatsen, opent u de behuizing
van het instrument of het deksel van het batterijvak aan de onderkant van de meter. Voordat u toegang ver-
krijgt tot het batterijvak, kan het nodig zijn om het deksel van de behuizing van de stroomtang af te schuiven.
Sluit de batterij aan volgens de markeringen op de aansluitklemmen, sluit de behuizing of het deksel van het
batterijvak. Als het batterijsymbool verschijnt, moeten de batterijen worden vervangen door nieuwe batterijen.
Omwille van de nauwkeurigheid is het raadzaam om de batterij zo snel mogelijk na het verschijnen van het
batterijsymbool te vervangen.
Vervanging van de zekering
Het apparaat maakt gebruik van een zekering met snelle karakteristieken. In geval van schade, de zekering
vervangen door een nieuwe zekering met identieke elektrische parameters. Open hiervoor de behuizing van
de meter, volgens dezelfde procedure als bij het vervangen van de batterij en respecteer de veiligheidsre-
gels, en vervang de zekering door een nieuwe.
De stroomtang in- en uitschakelen
Als u de meetschakelaar in de OFF-stand zet, wordt de stroomtang uitgeschakeld. De overige schakelaar-
posities activeren de schakelaar en maken de keuze van de te meten grootheid en het bereik mogelijk. De
stroomtang heeft geen functie van automatische uitschakeling in geval van inactiviteit van de gebruiker,
daarom moet men er rekening mee houden de stroomtang uit te schakelen telkens wanneer de metingen zijn
voltooid. Dit zal het batterijverbruik verminderen.
H-knop (HOLD)
De knop wordt gebruikt om de meetwaarde op het display op te slaan. Door op de toets te drukken, blijft de
actueel weergegeven waarde op het display staan, ook nadat de meting is voltooid. Druk nogmaals op de
knop om terug te keren naar de meetmodus. De werking van de functie wordt op het display van de stroom-
tang aangegeven met het "H"-teken.
* knop
De knop wordt gebruikt voor de belichting van het scherm van de stroomtang. Druk op de knop om de
achtergrondverlichting in te schakelen. De achtergrondverlichting wordt na enkele seconden automatisch
uitgeschakeld.
Testkabels aansluiten
Als de kabelstekkers zijn voorzien van afdekkingen, moeten deze worden verwijderd voordat de kabels op
de contactdozen worden aangesloten. Sluit de kabels aan volgens de instructies in de handleiding. Verwijder
vervolgens de afdekkingen van het meetgedeelte (indien aanwezig) en ga verder met de metingen.
UITVOEREN VAN DE METINGEN
Afhankelijk van de huidige positie van de bereikschakelaar worden drie cijfers op het display weergege-
ven. Als de batterij moet worden vervangen, geeft de stroomtang dit aan door het batterijsymbool op het
display weer te geven. Als het "-" teken op het display verschijnt voor de gemeten waarde, betekent dit dat
O O R S P R O N K E L I J K E I N S T R U C T I E S
62