wordt de unit
uitgeschakeld.
De verwarming
wordt tijdens
bedrijf
uitgeschakeld.
Geen ontstekingsvonk.
Te veel gas.
Onvoldoende luchtstroom.
Onvoldoende gasstroom
door vorst op de tank.
NL
Controleer de ruimte tussen
de ontstekingselektroden.
Controleer de gasregelaar en
vervang deze indien nodig.
Controleer de motor op
goede werking.
Controleer en vervang indien
nodig door een grotere
gastank of sluit twee tanks
tegelijkertijd aan om het
apparaat te voeden.