Aansluiting Van Andere Inrichtingen; Adressering Van De Aangesloten Inrichtingen; Eerste Inschakeling En Controle Van De Aansluitingen; Zelflering Van De Aangesloten Inrichtingen - Nice Hyke HK7024 Instrucciones Y Advertencias Para La Instalación Y El Uso

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 45

4.3 - Aansluiting van andere inrichtingen

Als er nog andere inrichtingen in de installatie van stroom moet voorzien, bij-
voorbeeld een lezer voor transpondercards of het lampje voor de verlichting van
de sleutelschakelaar, is het mogelijk deze inrichtingen aan te sluiten op de
besturingseenheid, op de klemmen "P.P. (positief)" en "STOP (negatief)" (afb.
13). De voedingsspanning is 24 Vcc (-30% ÷ +50%) met een maximaal
beschikbare stroom van 200 mA.
Opmerking – De spanning die beschikbaar is op de klemmen "P.P." en "STOP",
blijft ook aanwezig wanneer de functie "Stand By" op de kaart geactiveerd wordt.

4.4 - Adressering van de aangesloten inrichtingen

Om de besturingseenheid in staat te stellen om de op het Bluebus systeem
aangesloten inrichtingen te herkennen, dient u een adres aan deze inrichtingen
te geven. Hiervoor dient de elektrische geleidebrug die in elke inrichting aanwe-
zig is in de correcte positie te worden gebracht, zie afb. B.
Raadpleeg voor de adressering van de andere inrichtingen de betreffende
instructiehandleidingen.
Na afloop van de installatieprocedure of na het verwijderen van fotocellen of
andere inrichtingen, dient de zelfleringprocedure voor deze inrichtingen te wor-
den uitgevoerd, zie de paragraaf 4.6.
B
TABEL 2 - ADRESSEN VAN DE FOTOCELLEN
Fotocel
FOTO
Externe fotocel h = 50 met activering in sluitbeweging
(onderbreking en omkering van de beweging)
FOTO II
Externe fotocel h = 100 met activering in sluitbeweging
(onderbreking en omkering van de beweging)
FOTO 1
Interne fotocel h = 50 met activering zowel in sluitbeweging
(onderbreking en omkering van de beweging) als in
openingsbeweging (onderbreking en hervatting van de
beweging op het moment dat de fotocel weer vrij wordt
gegeven)
FOTO 1 II
Interne fotocel h = 100 met activering zowel in sluitbeweging
(onderbreking en omkering van de beweging) als in
openingsbeweging (onderbreking en hervatting van de
beweging op het moment dat de fotocel weer vrij wordt
gegeven)
FOTO 2
Interne fotocel met activering in openingsbeweging
(onderbreking en omkering van de beweging)
FOTO 2 II
Interne fotocel met activering in openingsbeweging
(onderbreking en omkering van de beweging)
FOTO 3
CONFIGURATIE NIET TOEGESTAAN

4.5 - Eerste inschakeling en controle van de aansluitingen

Na de besturingseenheid onder spanning te hebben gezet, dient u de volgende
controles uit te voeren:
• na enkele seconden, controleren of de led "Bluebus" (afb. 16) regelmatig
knippert, met een frequentie van 1 maal per seconde;
• controleer of de led's van de fotocellen (afb. 16), zowel TX als RX, knipperen.
De manier waarop de led's knipperen is in deze fase niet van belang;
• controleer of het knipperlicht dat is aangesloten op de uitgang FLASH uit is.
Als dit allemaal niet gebeurt, dient de stroomtoevoer naar de besturingseenheid
te worden uitgeschakeld en dient u de verschillende, eerder tot stand gebrach-
te, elektrische aansluitingen te controleren.

4.6 - Zelflering van de aangesloten inrichtingen

Na de eerste inschakeling dient u de besturingseenheid de procedure voor her-
kenning van de met de ingangen "Bluebus" en "Stop" verbonden inrichtingen
uit te voeren.
LET OP! – De zelfleringfase moet ook worden uitgevoerd als er geen
enkele inrichting met de besturingseenheid is verbonden.
Dankzij de zelfleringprocedure is de besturingseenheid in staat de verschillende
aangesloten inrichtingen apart te herkennen en de mogelijke aanwezige storin-
gen te detecteren. Om deze reden dient de zelfleringprocedure iedere keer dat
er een inrichting wordt toegevoegd of verwijderd te worden uitgevoerd.
De led's "L1" en "L2" op de besturingseenheid (afb. 16) zullen langzaam knip-
peren, om aan te geven dat de zelfleringprocedure moet worden uitgevoerd:
01. Druk de toetsen " " en "Set" (afb. 16) tegelijkertijd in en houd ze ingedrukt.
02. Laat de toetsen los wanneer de led's "L1" en "L2" snel beginnen te knip-
peren (na circa 3 seconden).
03. Wacht enkele seconden tot de besturingseenheid de fase voor zelflering
van de inrichtingen voltooid heeft.
04. Na afloop van deze fase moet de led "Stop" branden en moeten de led's
"L1" en "L2" uitgaan (het is mogelijk dat de led's "L3" en "L4" beginnen te
knipperen).
4.7 - Zelflering van de posities van de mechanische
eindaanslagen
Na de zelflering van de aangesloten inrichtingen (paragraaf 4.6), dienen de
posities van de mechanische stops (maximale openingsstand en maximale slui-
tingsstand) te worden aangeleerd. Deze procedure kan in drie modi worden uit-
gevoerd: automatisch, handmatig en gemengd.
In de automatische modus, voert de besturingseenheid de procedure voor zel-
flering van de mechanische stops uit en berekent wat de beste faseverschillen
van de vleugels zijn (SA en SC, afb. C).
In de handmatige modus worden de acht posities van de mechanische stops
(afb. C) één voor één geprogrammeerd door de vleugels op de gewenste pun-
ten te zetten. De te programmeren positie kan gevonden worden aan de hand
van het knipperen van één de 8 led's (L1...L8), zie Tabel 2.
In de gemengde modus is het mogelijke de automatische procedure uit te voe-
ren en vervolgens met de handmatige procedure één of meer posities te wijzi-
gen, met uitzondering van de posities "0" en "1" (afb. C) die gelijk zijn aan de
posities van de mechanische stops.
C
Bruggen
Positie
Positie 0
(motor 1)
Positie 0
(motor 2)
Positie SA
(motor 2)
Positie A
(motor 1)
Positie A
(motor 2)
Positie SC
(motor 1)
Positie 1
(motor 1)
Positie 1
(motor 2)
4.7.1 - Zelflering in automatische modus
01. Druk de toetsen "Set" en " " tegelijk in en houd ze ingedrukt;
02. Wanneer de led's "L3" en "L4" snel beginnen te knipperen, (na circa 3 sec.)
de toetsen weer loslaten;
03. Controleer of de automatisering de volgende reeksen van manoeuvres uitvoert:
a - Langzaam sluiten van de reductiemotor M1 tot aan de mechanische stop
b - Langzaam sluiten van de reductiemotor M2 tot aan de mechanische stop
c - Langzaam openen van de reductiemotor M2 en de reductiemotor M1
tot aan de mechanische stop
d - Snel sluiten van de reductiemotors M1 en M2
– Als de eerste manoeuvre (a) niet de door de motor M1 aangedreven vleugel
sluit, maar de door M2 aangedreven vleugel, drukt u op de toets " " of " "
POSITIES
1
A
SC
SA
M1
0
0
TABEL 2
Led
Beschrijving
L1
Positie voor maximale sluiting: wanneer de vleugel 1 de me -
chanische stop voor de sluitbeweging raakt
L2
Positie voor maximale sluiting: wanneer de vleugel 2 de me -
chanische stop voor de sluitbeweging raakt
L3
Faseverschil in openingsbeweging: wanneer de vleugel 2 deze
positie overschrijdt, begint de opening van de vleugel 1
L4
Gewenste openingspositie: positie waarin de met motor 1 ver-
bonden vleugel moet stoppen na afloop van een openingsma-
noeuvre. Het is niet noodzakelijk dat deze positie samenvalt
met de mechanische stop van de openingsbeweging, er kan
naar believen gekozen worden tussen positie "0" en "1"
L5
Gewenste openingspositie: positie waarin de met motor 2 ver-
bonden vleugel moet stoppen na afloop van een openingsma-
noeuvre. Het is niet noodzakelijk dat deze positie samenvalt
met de mechanische stop van de openingsbeweging, er kan
naar believen gekozen worden tussen positie "0" en "1"
L6
Faseverschil in sluitbeweging: wanneer de vleugel 1 zich on der
deze positie bevindt, begint de sluiting van de vleugel 2
L7
Positie voor maximale opening: wanneer de vleugel 1 de me -
chanische stop voor de openingsbeweging raakt
L8
Positie voor maximale opening: wanneer de vleugel 2 de me -
chanische stop voor de openingsbeweging raakt
Aanbevelingen:
1
A
M2
Nederlands – 5

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Hyke hk7224

Tabla de contenido