2.
Aansluiten van de boiler op het pijpleidingennetwerk
NL
Figuur. 4a - voor montage boven een wastafel
Figuur. 4b - voor montage onder een wastafel
Waar:
1 - Inlaatbuis; 2 - Veiligheidsklep 3 - Reduceerventiel (bij
waterleidingdruk boven 0.6 MPa); 4 - Afsluitkraan; 5 - Trechter
met een aansluiting naar de riolering; 6 - Slang; 7 - Aftapkraan
voor het aftappen van de boiler.
Bij het aansluiten van de boiler op de waterleidingnet moet men
de gekleurde ringen voor aanwijziging in acht nemen:
BLAUWE RING - voor koud water ( ingaand water),
RODE RING - voor heet water ( uitgaand water).
ЗDe montage van de terugslag- en veiligheidsklep, gekocht samen
met de boiler, is verplicht. De klep wordt aan de ingang voor koud
water geplaatst in overeenstemming met de pijl op zijn kast die
de richting van het ingaande water wijst. Andere afsluitkleppen
tussen de klep en het toestel zijn niet gepermitteerd.
Uitzondering: Indien de plaatselijke regelingen
(normen) bepalen het gebruik van een andere
beschermklep of installatie (conform EN 1487 of EN 1489),
dan dient een extra beschermklep aangekocht te worden.
Voor installaties conform EN 1487 moet de hoogste
aangegeven druk 0.7 MPa zijn. Voor andere
beschermkleppen moet de druk waaraan ze gekalibreerd
zijn 0,1 MPa lager dan de op het bordje van het toestel
aangeduide druk. In deze gevallen moet men de samen
met het toestel aangeleverd beschermklep niet gebruiken.
Een andere stoppende armatuur tussen de
beschermklep (bescherminstallatie) en het toestel is niet
toegelaten.
De aanwezigheid van andere (oude) beschermkleppen kan
tot schade van uw toestel leiden en deze moeten verwijderd
worden.
Het schroeven van de beschermklep aan schroefdraden
met een lengte boven 10 mm is niet toegelaten, anders
kan dat tot schade van uw beschermklep leiden die gevaarlijk
voor uw toestel is..
De beschermklep en de hieruit naar de boiler uitgaande
pijpleiding moeten tegen bevriezing beschermd worden. Bij
draineren door een drainagebuis moet het vrije einde hiervan open aan
de atmosfeer (niet ondergedompeld) zijn. De drainagebuis moet ook
tegen bevriezing beveiligd zijn.
Het vullen van de boiler met water gaat door het opendraaien
van de kraan voor toevoer van koud water uit de waterleidingnet
en de kraan voor heet water van de mengkraan. Na het vullen
door de mengkraan moet er een ononderbroken waterstraal zijn.
U kunt nu de kraan voor het warme water dichtdraaien.
Als u de boiler aftappen wilt, moet u eerst de electrische voeding
naar het toestel afschakelen.
Procedure voor het aftappen van boiler bedoeld voor
installatie BOVEN een gootsteen:
1.
De kraan voor toever van koud water uit de waterleidingnet
naar de boiler dichtdraaien.
114
Instructies voor gebruik en onderhoud
2.
De kraan voor warm water van de mengkraan opendraaien
3.
De kraan 7 (figuur 4a en 4 b) opendraaien om het water uit
de boiler af te tappen :
•
modellen, uitgerust met een veiligheidsklep met hendel
- trekt u het hendel naar boven en het water zal door de
afvoeropening van de klep lekken.
•
modellen, uitgerust met een klep zonder hendel - de boiler
kan rechtstreeks uit zijn inlaatbuis worden afgetapt als hij
voorlopig van de waterleiding wordt ontkoppeld.
BELANGRIJK: Bij het aftappen moeten maatregelen
worden genomen om schade te voorkomen die door het
lekkende water kan worden veroorzaakt.
Procedure voor het aftappen van de boiler bedoeld voor
installatie ONDER EEN WASTAFEL:
1.
De boiler van het stroomnet afsluiten.
2.
De aansluitende armatuur van de waterleiding van de boiler
demonteren.
3.
De boiler van de plaats waar hij is opgehangen demonteren
en met zijn buizen naar beneden omdraaien. Daarna het water
in een vooraf voorbereide bak gieten. Wachten tot het water
uit de boiler gelekt is.
BELANGRIJK: Indien de druk op de waterleiding hoger is
dan de geadviseerde voor deze boiler (hierboven
aangegeven) moet een reduceerventiel worden gemonteerd,
anders wordt de boiler niet juist gebruikt.
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade
die door het onjuiste gebruik van het toestel ontstaat.
AANSLUITEN OP HET STROOMNET (FIG.5)
3.
ATTENTIE! Voordat de elektrische voeding
aangesloten wordt, moet u eerst controleren of het
toestel gevuld met water is.
3.1.
Bij de modellen, uitgerust met een stroomkabel met een
stekker
•
de stekker moet in een juist aangesloten en geaard
stopcontact gestoken.
•
het stopcontact moet op een aparte stroomkring worden
aangesloten, beschermd door een zekering van 16 Ampère
•
de controle op de naleving van de bovenstaande
voorwaarden dient te worden uitgevoerd door een erkende
elektrotechnicus
Het toestel moet zo worden geplaatst dat de stekker van de
stroomkabel bereikbaar is.
3.2.
Bij modellen zonder een gemonteerde stroomkabel met
een stekker.
Het aansluiten van de boiler op het stroomnet gaat met behulp
van een drie-aderige koperkabel 3x1.5 vierkante millimeter in
een aparte stroomkring, beschermd door een zekering van 16
Ampère. In de stroomring voor de stroomvoorziening van het
toestel moet een mechanisme worden geïntegreerd die voor de
ontkoppeling van alle polen in geval van overspanning categorie
III zorgt.
Om de stroomdraad op de boiler gemonteerd te worden moet
men de plastic deksel met behulp van een schroevendraaier
verwijderen(fig.5). Het aansluiten van de stroomdraaden moet
in overeenstemming met de markeringen van de klemmen zijn,