7.1 Wat te doen als...
Probleem
Je kunt het apparaat niet inschake‐
len.
Je kunt het apparaat niet inschake‐
len.
Je kunt het apparaat niet inschake‐
len.
De lamp werkt niet.
Het apparaat absorbeert niet ge‐
noeg dampen.
8. MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het symbool
Gooi de verpakking in een geschikte
afvalcontainer om het te recycleren.
Bescherm het milieu en de volksgezondheid
en recycleer op een correcte manier het afval
van elektrische en elektronische apparaten.
Mogelijke oorzaak
Het apparaat is niet aangesloten op
een stroomvoorziening of het is ver‐
keerd aangesloten.
De zekering is doorgeslagen.
Kastdeuren zijn niet uitgelijnd met
het kastframe.
De lamp is defect.
De motorsnelheid is niet voldoende
voor de optredende dampen.
Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool
.
Breng het product naar het milieustation bij u
in de buurt of neem contact op met de
gemeente.
156
Oplossing
Controleer of het apparaat goed is
aangesloten op de elektriciteitsvoor‐
ziening.
Verzeker je ervan dat de zekering
de oorzaak van de storing is. Als de
zekeringen keer op keer doorslaan,
neem je contact op met een erken‐
de installateur.
Lijn de kastdeuren uit.
Vervang de lamp. Zie het hoofdstuk
"Onderhoud en reiniging".
Wijzig de snelheid van de motor.
niet weg met het huishoudelijk afval.