NL
Algemene voorzorgsmaatregelen
1 Zorg ervoor dat het looprek correct is uitgevouwen voor gebruik.
2. controleer de remmen voor gebruik.
3. zorg ervoor dat alle onderdelen in goede staat zijn en dat bewegende onderdelen werken.
4.. Onjuist gebruik van het looprek kan ernstig letsel aan de gebruiker en/of schade aan het
frame of de wielen van het looprek veroorzaken.
5. gebruik het looprek niet om achteruit te lopen.
6. wees voorzichtig wanneer u over stoepranden en andere obstakels stapt en wanneer u
het looprek gebruikt op een hellend, oneffen of glad oppervlak. Als u dit niet doet, kan de
gebruiker ernstig letsel oplopen.
(7) Tijdens het gebruik van het looprek mogen geen aanpassingen worden gemaakt.
8. wees voorzichtig als er zware voorwerpen in het mandje liggen (max. gewicht 5 kg).
9. alle wielen moeten te allen tijde contact met de grond hebben.
10. Vergrendel de remmen voordat u het zitje gebruikt.
11. Vergrendel de remmen wanneer u het looprek in een stilstaande positie gebruikt.
Waarschuwing bij het uitpakken van het product
1. Controleer alle onderdelen zorgvuldig voordat u de rollator monteert.
2. Zet de rollator niet in elkaar als er onderdelen beschadigd zijn.
3. Monteer de rollator niet als een van de in de leveringsomvang vermelde onderdelen
ontbreekt.
4. Zorg er bij het uitpakken van de onderdelen voor dat de remhendels en kabels niet in de
war raken, aangezien dit de werking van de gemonteerde remmen nadelig kan beïnvloeden.
LEVERINGSBEREIK
Rollator: hoofdframe, rugleuning, achterwielen met handgrepen, set voorwielen, stokhouder,
handleiding
Montage en hoogteverstelling
1. zorg ervoor dat alle wielen in goede staat zijn en vrij draaien.
2. zorg ervoor dat de tas correct is bevestigd en dat alle vergrendelingen vastzitten.
3. om het looprek te monteren, bevestigt u de voor- en achterwielen met behulp van de
drukknopvergrendelingen op de achterwielen en de ‚C'-vergrendelingen op de voorwielen.
Plaats alle onderdelen op dezelfde hoogte. (Fig.1 en 2)
4 Plaats de handgrepen in het frame en draai vervolgens de knop vast. (fig.3)
5. De hoogte van de stoel wordt aangepast door de wielmechanismen in het frame te
bewegen en ze in de ingestelde positie te vergrendelen met de daarvoor bestemde grendels.
Zorg ervoor dat u een klik hoort wanneer de klemmen zijn vergrendeld, dat alle wielen de
grond raken en dat het looprek stabiel staat.
6. Ga als volgt te werk om de hoogte van de handgrepen aan te passen:
a. Ga rechtop achter het looprek staan, ontspan uw schouders en laat uw armen langs uw
lichaam zakken, terwijl u recht vooruit kijkt.
b. Stel nu de handgrepen van het looprek zo af dat ze zich op polshoogte bevinden.
c. Dit zorgt ervoor dat de gebruiker zijn armen in een hoek van ongeveer 20-30 graden buigt
wanneer hij het looprek gebruikt.
d. Zorg ervoor dat de gaten van de handgrepen en het frame op één lijn liggen.
e. Plaats de handgrepen in de juiste uitgelijnde gaten in het frame en draai ze stevig vast met
de knoppen.
7. Plaats de rugleuning in de juiste gaten (fig. 4).
8. controleer de remmen zorgvuldig voordat u het looprek gebruikt. OPMERKING: de
remmen zijn afgesteld door de fabrikant en hoeven, indien correct gemonteerd, niet opnieuw
afgesteld te worden voor gebruik. Hoe de remmen te controleren: klem de parkeerrem tien
keer aan elke kant vast en laat hem los. (De rem wordt vergrendeld door de hendel naar
- 33 -