NL
aan de componenten van het verdampingsemissiecontrolesysteem veroorzaken. Vullen tot het
aanbevolen niveau zorgt voor een dampspleet die nodig is om de brandstofuitzetting mogelijk te maken.
Let goed op tijdens het vullen van de brandstoftank om ervoor te zorgen dat het aanbevolen
brandstofniveau in de tank niet wordt overschreden. Gebruik bij het vullen van de tank een draagbare
benzinecontainer met een passende schenktuit. Gebruik geen trechter of ander apparaat dat het zicht op
het tankvulproces belemmert.
3. Plaats de brandstofdop terug en draai deze vast. Ruim gemorste brandstof altijd op.
Startmotor
1. Zet de motorschakelaar in de AAN-stand
2. Open de brandstofafsluitklep.
3. Zet de chokehendel in de GESLOTEN stand. Als de motor heet is, is het sluiten van de choke niet nodig.