keer doorhalen nog altijd niet starten, dan
herhaalt u de stappen 1-8 beschreven onder
"Koude motor starten".
7.3 Motor afzetten
Stappenvolgorde bij noodstop:
Wanneer het nodig is om het apparaat onmiddel-
lijk te stoppen, zet u de Aan/Uit-schakelaar op
„Stop" resp. „0".
Normale stappenvolgorde:
Laat de gashendel los en wacht tot de motor
stationair is gaan draaien. Zet dan de Aan/Uit-
schakelaar op „Stop" resp. „0".
7.4 Werkinstructies
Train vóór gebruik van het apparaat alle werktech-
nieken bij afgezette motor.
8. Werken met de benzinemotorzeis
Verlengen van de snijdraad
Waarschuwing! Gebruik in de draadkop geen
blanke of geplastifi ceerde metalen draad van
welke aard dan ook. Dat kan leiden tot ernstige
verwondingen van de gebruiker.
Om de snijdraad te verlengen laat u de motor op
volle toeren draaien en tikt u de draadkop op de
grond. De draad wordt automatisch verlengd. Het
mes op het beschermschild verkort de draad op
de toegestane lengte (fi g. 9b).
Voorzichtig: verwijder regelmatig alle resten van
gras en onkruid om een oververhitting van de
schachtbuis te voorkomen. Resten van gazon,
gras en onkruid blijven onderaan het bescherm-
schild (fi g. 9c) vastzitten en verhinderen daardoor
een voldoende koeling van de schachtbuis. Ver-
wijder de resten voorzichtig met een schroeven-
draaier of iets dergelijks.
Verschillende snijmethodes
Is het toestel correct gemonteerd, snijdt het onk-
ruid en hoog gras op moeilijk bereikbare plaats-
en, zoals b.v. langs omheiningen, muren en fun-
deringen alsook rond bomen. Het kan eveneens
voor het "afmaaien" worden gebruikt om vegetatie
dicht over de grond te verwijderen of een bepaald
gebied op te schikken voor een betere voorberei-
ding van een tuin.
Anl_BBC_25_SPK7.indb 86
Anl_BBC_25_SPK7.indb 86
NL
Opgelet! Zelfs bij zorgvuldig gebruik heeft het
snijden langs funderingen, muren van steen of
beton enz. een verhoogde slijtage van de draad
tot gevolg.
Trimmen/maaien
Zwenk de trimmer met sikkelachtige bewegingen
van de ene kant naar de andere. Hou de draad-
spoel steeds evenwijdig met de grond. Controleer
het terrein en leg de gewenste snijhoogte vast.
Leid en houd de draadspoel in de gewenste
hoogte om een gelijkmatige snede te verkrijgen
(fi g. 9d).
Laag trimmen
Houd de trimmer exact voor u lichtjes schuin zo-
dat de onderkant van de draadspoel zich boven
de grond bevindt en de draad de juiste snijplaats
raakt. Snij steeds weg van uzelf. Trek de trimmer
nooit naar u toe.
Snijden langs omheiningen/funderingen
Nader al snijdend langzaam gaasafrasteringen,
lattenheiningen, muren van natuursteen en fun-
deringen om er dichtbij te snijden zonder echter
met de draad tegen de hindernis te slaan. Komt
de draad b.v. met stenen, muren van steen of
funderingen in aanraking, slijt hij af of rafelt hij uit.
Slaat de draad tegen omheiningstraliewerk, gaat
hij breken.
Trimmen van bomen
Als u rond bomen trimt, nader langzaam teneinde
de draad de schors niet raakt. Ga rond de boom
en snij daarbij van links naar rechts. Nader gras
of onkruid met de top van de draad en kantel de
draadspoel lichtjes naar voren.
Waarschuwing : wees bijzonder voorzichtig bij
afmaaiwerkzaamheden. Neem bij dergelijke
werkzaamheden een afstand van minstens 30 m
tussen uzelf en andere personen of dieren in acht.
Afmaaien
Bij het afmaaien wordt de hele vegetatie tot op
de grond afgesneden. Te dien einde kantelt u
de draadspoel in een hoek van 30 graden naar
rechts. Breng de handgreep in de gewenste
positie. Houd rekening met verhoogd lichamelijk
gevaar voor gebruiker, toeschouwers en dieren
alsmede met het gevaar voor materiële schade
door wegspringende voorwerpen (b.v. stenen)
(fi g. 9e).
- 86 -
05.11.14 08:28
05.11.14 08:28