A
Alvorens het apparaat
Veiligheidsinstructies
LEES DE GEBRUIKSAANWIJ-
ZING AANDACHTIG DOOR
VOORDAT U HET APPARAAT
IN GEBRUIK NEEMT EN BE-
WAAR DEZE VOOR LATERE
RAAD PLEGING.
• Let op: Wanneer tege‑
lijkertijd een dampkap
en een brander of haard
worden gebruikt die af‑
hankelijk zijn van de om‑
gevingslucht en gevoed
worden door een andere
energiebron dan de elek‑
trische energie.
• De dampkap kan de lucht
die de brander of haard no‑
dig heeft voor de verbran‑
ding aan de omgeving ont‑
trekken. De negatieve druk
in de omgeving mag niet
boven de
liggen. Voor een veilige
werking dient u te zorgen
voor een goede ventilatie
van de ruimte. Voor de af‑
voer naar buiten moet u
zich houden aan de gelden‑
de voorschriften die in uw
land van toepassing zijn.
Voordat u de dampkap op
het elektriciteitsnet aan-
sluit:
• Controleer op het typeplaat‑
14
NL
4
Pa
(4x10‑5
bar)
je (aan de binnenkant van
de dampkap) of de spanning
en het vermogen overeen‑
stemmen met deze van het
net, en of de stekker ge‑
schikt is voor de aansluiting.
• Neem in geval van twijfel
contact op met een vakbe‑
kwame elektricien.
• Als het snoer beschadigd
is, laat het vervangen door
de fabrikant, een erkend
servicecentrum of een
gelijkwaardig bekwaam
persoon om elk gevaar te
voorkomen.
• Verbind het mechanisme
aan de voeding met be‑
hulp van een stekker met
zekering van
2
draden van de tweefase
beschermd met een zeke‑
ring van
3
A.
OPGELET! Huishoudelijke
apparaten kunnen in bepaal‑
de omstandigheden gevaar‑
lijk zijn:
• Probeer niet om de filters
te controleren terwijl de
dampkap in werking is.
• Raak de lampen en de zo‑
nes vlakbij niet aan na een
langdurige inschakeling
van de verlichting of kort
na uitschakeling.
• Het is absoluut verboden
om eten met open vlam
onder de kap te bereiden.
• Voorkom open vlammen,
deze zijn schadelijk voor
3
A of aan de