goed op het bekken van het kind rust.
e) Bij gebruik in voertuigen die op de achterbank zijn uitgerust met
veiligheidsgordels met ingebouwde airbags (opblaasbare gordels),
kan het contact tussen het opblaasbare gedeelte van de voertuig-
gordel het kinderzitje leiden tot ernstig letsel of de dood. volg de
gebruikshandleiding van de fabrikant van de auto bij gebruik van
het autostoeltje in voertuigen die zijn uitgerust met veiligheids-
gordels achterin met geïntegreerde airbags (opblaasbare gordels).
f ) Het autostoeltje kan voorin op de passagiersstoel worden aange-
bracht of op één van de achterzittingen, mits deze zijn uitgerust
met het Isofix-systeem. Gebruik dit autostoeltje nooit op zittingen
die zijdelings staan of tegen de rijrichting in (Fig. 6).
g) Controleer of de gesp van de driepuntsgordel van de auto niet te
hoog zit. Probeer het autostoeltje anders op een andere zitplaats
van de auto te installeren.
2. Installatie met de driepuntsgordels van de auto (zie afbeel-
ding 26 t/m 34)
AANDACHTSPUNTEN
a) het autostoeltje moet met de rugleuning worden geïnstalleerd. Het
is niet goedgekeurd voor gebruik zonder de rugleuning. (Fig. 3)
b) De autostoel moet zijn uitgerust met een vaste of oprolbare drie-
puntsgordel, die goedgekeurd is volgens UN/ECE 16 of andere
gelijkwaardige standaarden (Fig. 26).
c) Installeer het autostoeltje nooit met de tweepuntsgordel van de
auto (Fig. 27).
d) Zorg ervoor dat het deel van de autogordel dat over de buik loopt,
goed op het bekken van het kind rust.
e) Bij gebruik in voertuigen die op de achterbank zijn uitgerust met
veiligheidsgordels met ingebouwde airbags (opblaasbare gordels),
kan het contact tussen het opblaasbare gedeelte van de voertuig-
gordel het kinderzitje leiden tot ernstig letsel of de dood. volg de
gebruikshandleiding van de fabrikant van de auto bij gebruik van
het autostoeltje in voertuigen die zijn uitgerust met veiligheids-
gordels achterin met geïntegreerde airbags (opblaasbare gordels).
f ) Het autostoeltje kan voorin op de passagierszitplaats worden aange-
bracht, of op één van de achterzittingen. Gebruik dit autostoeltje nooit
op zittingen die zijdelings staan of tegen de rijrichting in (Fig. 28).
g) Controleer of de gesp van de driepuntsgordel van de auto niet te
hoog zit. Probeer het autostoeltje anders op een andere zitplaats
van de auto te installeren.
DE HOES REINIGEN
De hoes van het autostoeltje is volledig afneembaar en kan met de hand
of in de wasmachine op 30°C worden gewassen. De verkleiner kan alleen
met de hand worden gewassen. Volg bij het wassen de instructies op
het etiket van de bekleding, waar de volgende wassymbolen op staan:
Handwas
30° C
Op 30°C in de wasmachine wassen
30° C
Niet bleken
30° C
Niet in de droger drogen
Niet strijken
74