4
1
5
2
middelen. Reinig de zitting, de
rugleuning, de armleuningen en de
6
3
voetenplank met een licht vochtige
doek. Reinig de rail regelmatig met
7
4
een droge doek. De metalen
beugel mag niet worden
8
1
5
gereinigd. Als er vuile vlekken op
de rail zitten, kunnen deze
9
2
6
gemakkelijk worden verwijderd
met een vochtige doek en een
10
3
7
zacht schoonmaakmiddel.
1
De railwieltjes kunnen na een tijdje
11
4
8
een spoor op de rail nalaten.
2
12
9
5
OPTIES
3
Automatische draaifunctie
13
10
6
Met de AUTOMATISCHE
4
DRAAISTOEL-optie kunt u de stoel
14
11
7
boven aan de rail automatisch
5
in de looprichting laten draaien.
12
15
8
Hiervoor houdt u de joystick in
6
opwaartse richting vast.
13
16
9
7
Automatische voetenplank
14
10
17
Gebruik de schakelaar onder de
8
armleuning om de
15
18
11
AUTOMATISCHE VOETENPLANK
9
in te klappen. U hoort een geluids-
16
19
12
signaal terwijl de voetenplank
10
inklapt. Zorg ervoor dat tijdens het
17
20
13
rijden van de lift de voetenplank
11
altijd uitgeklapt is.
18
14
21
12
Klaprail
19
15
22
Met de KLAPRAIL-optie komt
13
de stoel net boven de klaprail tot
20
23
16
stilstand. Beweeg de joystick naar
14
boven of naar beneden om de rail
21
17
24
op- of uit te klappen.
15
22
25
18
Klaprail (parkeren)
16
Laat de lift na gebruik niet op de
23
19
klaprail staan. Met de afstands-
17
bediening stuurt u de lift naar het
24
20
oplaadstation zodat de accu's
18
opladen. Het eerste stoppunt is
21
25
19
22
20
23
21
14
8
15
9
het iets hoger gelegen laadstation.
16
10
Klaprail noodbediening
17
11
Wanneer U gebruik maakt van de
stoeltraplift en de automatische
18
12
klaprail functioneert niet, kunt u
altijd terug rijden naar de bovenste
19
13
verdieping, waar u voor hulp kunt
bellen. Probeer nooit op de trap
20
14
uit te stappen, maar altijd op de
bovenste verdieping.
21
15
In geval van nood kan de klaprail
worden bediend door de vrijgave
22
16
knop in te drukken en de rail met
de hand op te klappen.
23
17
Aan / uit (optie)
24
18
In het geval van stroomuitval in het
gebouw, schakelt u de stroom uit
25
19
van de lift om te voorkomen dat de
batterij leegloopt.
20
21
22
23
24
25
Check deze punten bij een
storing:
1. Staat de stoel in de juiste
positie voor vertrek?
2. Zijn zitting en armleuningen
naar beneden?
3. Staat de lift aan?
(sleutelschakelaar)
4. Is de noodstop bediend?
5. Is de riem gesloten?
Neem in alle andere gevallen
contact op met uw leverancier.
GEBRUIKERSHANDLEIDING | 23
NL