2. HET INSTALLEREN
2.1 Procedure voor het laden, vervoeren en lossen
•
•
•
2.2 Plaatsen van de installatie
Houdt u aan onderstaande regels:
•
•
•
•
•
2.3 Aansluiting
De stroombron is voorzien van een primaire stroomkabel voor de aansluiting op het lichtnet.
De installatie kan worden gevoed door:
• 115 V één fase
• 230 V één fase
De werking van het apparaat wordt gegarandeerd voor spanningswaarden tot ±15% ten opzichte van de nominale
waarde.
Ter bescherming van de gebruikers moet de installatie goed geaard zijn. De stroom kabel is voorzien van een aarde
kabel (geel-groen), en moet worden verbonden met een geaarde stekker. Deze geel/groene draad mag nooit
worden gebruikt met andere stroomdraden. Controleer de aardverbinding op de werkplek en of de stopcontacten
in goede staat verkeren. Installeer alleen stekkers die voldoen aan de veiligheid eisen.
331
HET INSTALLEREN
NL