Aansluiten van uitgangsaansluitingen
Achterpaneel
Apparaten, versterker,
luidsprekers met
stroomvoorziening, etc.
Eindversterker,
luidsprekers met
stroomvoorziening, etc.
Voorpaneel
1 Zorg ervoor dat u de [MASTER 1]-uitgangsaansluitingen
gebruikt voor een gebalanceerde output.
Indien deze aansluitingen zijn aangesloten op een niet-gebalanceerde
input (zoals RCA) met gebruik van een XLR tot RCA-converterkabel (of
een converteradapter) etc., kan de geluidskwaliteit verslechteren of er
kan ruis optreden.
Om een niet-gebalanceerde input aan te sluiten (zoals RCA), gebruik
dan de [MASTER 2]-uitgangsaansluitingen.
2 Zorg ervoor dat u niet per ongeluk de stekker van een
andere unit of apparaat in de [MASTER 1]-
uitgangsaansluiting stopt.
Sluit geen apparaten die fantoomstroom kunnen leveren aan op de
[MASTER 1]-uitgangsaansluitingen.
3 Zorg ervoor dat u de [BOOTH]-uitgangsaansluitingen
gebruikt voor een gebalanceerde output.
Indien deze aansluitingen zijn aangesloten op een niet-gebalanceerde
input (zoals RCA) met gebruik van een XLR tot RCA-converterkabel (of
een converteradapter) etc., kan de geluidskwaliteit verslechteren of er
kan ruis optreden.
12
Nl
Eindversterker (voor booth-
monitor), luidsprekers met
stroomvoorziening, etc.
Hoofdtelefoon