De IP-klasse geldt uitsluitend indien het appa-
raat wordt gemonteerd conform de eisen zoals
vermeld in deze handleiding.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor
persoonlijk letsel, negatieve gevolgen voor
dieren of materiële schade te wijten aan
onoordeelkundig gebruik van het apparaat
zoals vermeld in de waarschuwingen m.b.t.
installatie, gebruik en onderhoud in deze
handleiding.
Na installatie moeten deze instructies worden
overhandigd aan de eigenaar/gebruiker van het
apparaat.
Het moet mogelijk zijn om het apparaat te ont-
koppelen van de netstroom na de installatie.
U kunt het apparaat ontkoppelen door ervoor te
zorgen dat het stopcontact bereikbaar is of door
een schakelaar in de vaste bedrading tussen te
voegen die voldoet aan de normen van elektri-
sche installaties.
INSTALLATIE:
Voordat u met de installatie begint, moet u controleren of de schroef niet ver-
vormd noch beschadigd is, dat ze vrij kan draaien en dat er zich geen enkel
vreemd voorwerp aan de binnenkant van de behuizing bevindt."
Het apparaat moet worden geïnstalleerd zoals weergegeven in de bijgevoegde
illustratie.
ELEKTRISCHE AANSLUITING:
Controleer of de spanning (V) en frequentie (Hz) van de stroomvoorziening
overeenkomen met de waarden zoals vermeld op het typeplaatje."
Het aansluitingscircuit van de afzuiginstallatie moet voorzien
zijn van een dubblelpolige schakelaar met een afstand van
3 mm of meer tussen de contactmakers.
(Kabel getipt of stijve, 2 of 3 geleiders minimale doorsnede van 1 mm
1,5 mm
maximum)
2
Bij
het
apparaat
van
LHV-350, LHV-400) moet een afdoende aansluiting met aarding
voorzien worden. Wij wijzen alle verantwoordelijkheid af aan personen
of zaken veroorzaakte schade als gevolg van het niet naleven van
deze norm.
klasse
I
(LHV-190,
Het apparaat moet permanent aangesloten zijn op een vaste
leiding door middel van een kabel met drie stroomdraden (LHV-
190, LHV-225, LHV-350, LHV-400) of twee stroomdraden
(LHV-160, LHV-300) met een minimumdoorsnede van 1 mm
installatie.
De voedingskabel moet zodanig worden aangebracht dat geen vloeistof of
damp het apparaat kan binnendringen via de kabel. Als dit niet mogelijk is,
moet de kabeldoor-voer extra worden afgedicht met bijv. siliconenkit. Gebeurt
dit niet, dan beantwoordt het geheel niet aan de eisen voor vermelde IP-klasse.
Indien u het apparaat niet wilt gebruiken, wordt aangeraden het te los te kop-
pelen van de netstroom.
Na afloop van de installatie, controleer of alle aansluitingen correct zijn en alle
kabels goed aangebracht zijn.
Controleer of de ventilatorbladen vrij kunnen bewegen.
REINIGING EN ONDERHOUD:
• Voor reiniging dient ervoor te worden gezorgd dat het apparaat niet is aan-
gesloten op het lichtnet en ook niet abusievelijk daarop kan worden aange-
sloten."
• Reinig de ventilator regelmatig met een vochtige doek.
• De motor, de schroef en alle onderdelen moeten regelmatig worden gecon-
troleerd om na te gaan dat ze niet vuil zijn en ze geen schade hebben opge-
lopen. De frequentie van de controles zal afhangen van de gebruiksomstan-
digheden van het apparaat.
• Verwijder het vuil van de schroef en de binnenkant van de behuizing om sto-
ringen tijdens de werking, vermindering van de aerodynamische prestaties
en schade aan de motor te vermijden.
• De helix mag gewassen worden met een ontvettingsmid-
del (reinigingsmiddel).
• Het apparaat vereist verder geen onderhoud.
Bestel altijd originele onderdelen bij reparatie.
DE FABRIKANT behoudt zich het recht voor om technische verbeteringen en/
of wijzigingen door te voeren zonder voorafgaande kennisgeving.
en
2
LHV-225,
voor vaste
2