OBJ_BUCH-1178-004.book Page 67 Wednesday, April 30, 2014 10:24 AM
De stofzuiger moet geschikt zijn voor het te bewerken materi-
aal.
Gebruik bij het afzuigen van voor de gezondheid bijzonder ge-
vaarlijk, kankerverwekkend of droog stof een speciale zuiger.
Gebruik
Ingebruikneming
Let op de netspanning! De spanning van de stroombron
moet overeenkomen met de gegevens op het type-
plaatje van het elektrische gereedschap. Met 230 V
aangeduide elektrische gereedschappen kunnen ook
met 220 V worden gebruikt.
Toerental vooraf instellen
Met het stelwiel voor het vooraf instellen van het toerental 15
kunt u het benodigde toerental vooraf instellen, ook terwijl de
machine loopt.
1 – 2
laag toerental
3 – 4
gemiddeld toerental
5 – 6
hoog toerental
De in de tabel vermelde waarden zijn richtwaarden. Het ver-
eiste toerental is afhankelijk van het materiaal en de werkom-
standigheden en kan proefsgewijs worden vastgesteld.
Materiaal
Freesdiameter
Hardhout (beuken)
Zachthout (grenen)
Spaanplaat
Kunststoffen
Aluminium
Laat na langdurige werkzaamheden met een laag toerental het
elektrische gereedschap afkoelen door het ca. 3 minuten met
maximumtoerental onbelast te laten lopen.
In- en uitschakelen
Stel voor het in- of uitschakelen de freesdiepte in. Zie het ge-
deelte „Freesdiepte instellen".
Als u het elektrische gereedschap wilt inschakelen drukt u op
de aan/uit-schakelaar 20 en houdt u deze ingedrukt.
Als u de ingedrukte aan/uit-schakelaar 20 wilt vastzetten,
druk u op de vastzetknop 19.
Als u het elektrische gereedschap wilt uitschakelen laat u de
aan/uit-schakelaar 20 los, of als deze met de blokkeerknop
19 vergrendeld is, drukt u de aan/uit-schakelaar 20 kort in en
laat u deze vervolgens los.
Bosch Power Tools
Om energie te besparen, schakelt u het elektrische gereed-
schap alleen in wanneer u het gebruikt.
Constant-electronic
De constant-electronic houdt het toerental bij onbelast en be-
last lopen vrijwel constant en waarborgt een gelijkmatige ar-
beidscapaciteit.
Zacht aanlopen
Het elektronisch zacht aanlopen begrenst het draaimoment
bij het inschakelen en verlengt de levensduur van de motor.
Freesdiepte instellen
De freesdiepte mag alleen worden ingesteld wanneer
het elektrische gereedschap uitgeschakeld is.
Freesdiepte op invaleenheid instellen (zie afbeelding G)
Ga als volgt te werk om de freesdiepte grof in te stellen:
– Plaats het elektrische gereedschap met het gemonteerde
freesgereedschap op het te bewerken werkstuk.
– Draai de schaalverdeling van de fijninstelling 6 op „0".
– Stel de revolveraanslag 12 op de laagste stand in. De revol-
veraanslag klikt merkbaar vast.
– Draai de kartelschroef op de diepteaanslag 16 los, zodat
dat de diepteaanslag 11 vrij kan bewegen.
– Duw de ontgrendelingshendel voor de invalfunctie 7 om-
laag en geleid de bovenfrees langzaam omlaag tot de frees
Positie stel-
18 het werkstukoppervlak raakt. Laat de ontgrendelings-
(mm)
wiel 15
hendel 7 weer los om deze invaldiepte vast te zetten.
– Duw de diepteaanslag 11 omlaag tot deze de revolveraan-
4 – 10
5 – 6
12 – 20
3 – 4
slag 12 raakt. Zet de schuif met de indexmarkering 10 op
22 – 40
1 – 2
stand „0" van de freesdiepteschaalverdeling 9.
– Stel de diepteaanslag 11 op de gewenste freesdiepte en
4 – 10
5 – 6
draai de kartelschroef op de diepteaanslag 16 vast. Let er-
12 – 20
3 – 6
op dat u de schuif met de indexmarkering 10 niet meer ver-
22 – 40
1 – 3
stelt.
4 – 10
3 – 6
– Druk de ontgrendelingshendel voor de invalfunctie 7 in en
12 – 20
2 – 4
geleid de bovenfrees naar de bovenste stand.
22 – 40
1 – 3
De ingestelde freesdiepte wordt alleen bereikt als tijdens het
4 – 15
2 – 3
invallend frezen de diepteaanslag 11 de revolveraanslag 12
16 – 40
1 – 2
raakt.
4 – 15
1 – 2
Bij grotere freesdiepten dient u een aantal bewerkingsstap-
16 – 40
1
pen met telkens een geringe spaanafname uit te voeren. Met
de revolveraanslag 12 kunt u de freesbewerking in verschil-
lende fasen verdelen. Stel daarvoor de gewenste freesdiepte
met de laagste stand van de revolveraanslag in en kies voor de
eerste bewerkingsstappen eerst de hoogste standen. De af-
stand van de standen bedraagt ca. 3,2 mm.
Na eenmaal proeffrezen kunt u door aan de draaiknop 5 te
draaien de freesdiepte nauwkeurig op de gewenste maat in-
stellen. Draai tegen de wijzers van de klok in om de freesdiep-
te te vergroten. Draai met de wijzers van de klok mee om de
freesdiepte te verkleinen. De schaalverdeling 6 dient daarbij
ter oriëntatie. Een slag komt overeen met een verstelweg van
1,5 mm. Een maatstreepje op de bovenrand van de schaal-
verdeling 6 komt overeen met een verandering van de verstel-
weg met 0,1 mm. De maximale verstelweg bedraagt
± 16 mm.
Voorbeeld: De gewenste freesdiepte moet 10,0 mm zijn. Het
proeffrezen leverde een freesdiepte van 9,6 mm op.
Nederlands | 67
1 609 92A 0B3 | (30.4.14)