l'emplacement exact de chaque dispositif wireless dans
l'installation incendie et à tester la connexion avec le module.
1. Accédez au mode programmation du module. Faites défiler
jusqu'au menu FIND DEVICE (Trouver dispositif) et appuyez
sur le bouton ENTRÉE. Une liste des dispositifs présents
s'affiche à l'écran avec un numéro d'ordre et le type de
dispositif.
2. Cherchez dans la liste le numéro de la sirène que vous
souhaitez localiser dans l'installation incendie.
3. Appuyez sur le bouton ENTRÉE. Le message FNDING
(Recherche en cours >>> (les flèches clignotent) s'affiche
à l'écran, indiquant que le module recherche des signaux
provenant du dispositif wireless sélectionné. En cas de
succès, le message se changera momentanément en
FINDING DONE (Recherche terminée).
4. La sirène répondra en activant le stroboscope et par de
brefs signaux sonores.
5. Le module quittera automatiquement la procédure de
recherche au bout de 70 à 80 secondes. Vous pouvez
également arrêter la procédure à tout moment en appuyant
sur le bouton ANNULER.
10. Remplacement des batteries
Il est recommandé de changer les batteries au bout de 8 ans
d'utilisation quel que soit le niveau de déchargement indiqué.
Utilisez toujours uniquement des batteries approuvées par
la fabricant - Panasonic CR123A 3V or autres avec des
caractéristiques similaires. Attention : Après l'indication de
batterie faible dans un dispositif par la centrale/le module
d'extension, l'utilisateur/installateur doit remplacer les
batteries déchargées par des neuves dans un délai d'un mois.
La durée de conservation restante des piles neuves ne doit
pas être inférieure à 6 ans.
1. Désactivez le fonctionnement de la sirène pour éviter des
messages d'erreur.
2. Démontez la sirène comme décrit au point 3.
3. Retirez les anciennes batteries et mettez en place les
neuves en respectant la polarité +/-.
4. Remettez la sirène en place.
5. Activez la sirène.
6. Vérifiez la qualité du signal dans le menu DEVICE RSSI du
module d'extension.
7. Testez la fonctionnalité de la sirène.
ATTENTION : N'exposez pas les piles usagées au feu, à
des fours chauds ou à un écrasement/coupage mécanique,
car cela pourrait provoquer une explosion. L'exposition des
batteries à des températures ambiantes extrêmement élevées
ou à une faible pression d'air peut entraîner une explosion ou
une fuite de liquide ou de gaz inflammable.
MISE AU REBUT : Respectez les réglementations locales
concernant la mise au rebut des batteries.
1. Algemene beschrijving
De 45SCI100 is een wireless adresseerbare sirene met
flitslicht, ontworpen voor werking met Comelit wireless
uitbreidingsmodules*. De brandsirene is uitgerust met
een 360˚ zichtbaar flitslicht, led-indicatie en ingebouwde
sirene voor de signalering van inkomende gebeurtenissen -
brandalarm en het vinden van de installatieplaats. De werking
van het flitslicht en de sirene wordt geprogrammeerd vanuit
de menu's van de sirene (adresseerbare brandmeldcentrale
of uitbreidingsmodule). De 45SCI100 is compatibel met een
hoge wireless brandmeldbasis voor plafondmontage. Om
ongeoorloofde demontage of verwijdering te voorkomen, kan
de sirene op de basis worden vergrendeld. De brandsirene
is ook uitgerust met een tamper-schakelaar voor de
beveiliging van de behuizing. De 45SCI100 is ontworpen voor
binnengebruik.
* Raadpleeg de installatiehandleidingen van de 45TRC100,
45TRA100 en 45TRS100 wireless uitbreidingsmodules voor
gedetailleerde informatie over de programmeringsmenu's en
overige details.
Let op: Indien er bij een brandalarmgebeurtenis geen
verbinding is tussen het apparaat en de uitbreidingsmodule
worden de volgende werkalgoritmen toegepast om de
batterijen van de sirene te sparen:
- Als de verbinding tussen de sirene en de
uitbreidingsmodule wegvalt en er een inkomende
brandalarmgebeurtenis is, wordt de sirene niet
geactiveerd.
- Wanneer de sirene wordt geactiveerd - het flitslicht
en de geluidssignalering zijn ingeschakeld - en de
verbinding met de uitbreidingsmodule wegvalt, blijft de
sirene, afhankelijk van de ingestelde programmering, nog
5 minuten actief, waarna hij stopt als de verbinding met de
uitbreidingsmodule na deze periode niet is hersteld.
Als de verbinding tussen de uitbreidingsmodule en het
apparaat is hersteld, wordt de sirene pas weer geactiveerd bij
een nieuwe brandalarmsignalering in het systeem.
2. Technische specificaties
Communicatiebereik met
uitbreidingsmodule
Batterijvoeding 4 x CR123A 3V
Batterijduur ~8 jaar
Radiofrequentie 868MHz
Type communicatie Bidirectioneel
Communicatieprotocol Wireless Comelit
Type radiosignaalmodulatie GFSK
Aantal frequentiekanalen 6 kanaalparen
Stralingsvermogen ≤ 20 mW
Ontvangercategorie (EN300-
220-1)
Trace afzwakking
(tijdens de installatie)
Periode testtransmissie bericht 300s
Aantal tonen
(selecteerbaar vanuit centrale/
module)
Geluidsvolume
(hoofdtoon type 27):
- Laag volume ~80dB (A) ±6dB@1m
- Hoog volume ~92dB (A) ±5dB@1m
Geluidsvolume (andere soort
toon):
- Laag volume ~75-85dB ±3dB@1m
- Hoog volume ~80-95dB ±3dB@1m
Bedrijfstemperatuur -10°C tot +55°C
Relatieve vochtbestendigheid
(niet condenserend)
Type behuizing, kleur SAN, wit transparant
Afmetingen (inclusief basis) Ø116x90mm
1500m
1,5
≥ -90dBm
32
Hoog/Normaal/Middel/Laag
(93±3)% @ 40°С (niet
condenserend)
(93±3)% @ 40°С
11