Descargar Imprimir esta página

Comelit 45SCI100 Manual Tecnico página 13

Sirena de alarma de incendios inalámbrica, direccionable y estroboscópica

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

begint rood te knipperen.
6. Bij een succesvolle registratie zal de bedrijfsled 3 keer
groen knipperen en verschijnt er een melding "DONE" (Klaar)
tijdelijk op het scherm van de module. De sirene is aan de lijst
toegevoegd als het type 45SCI100.
7. Test de signaalsterkte tussen de sirene en de
uitbreidingsmodule. Druk eenmaal op de knop ENROLL
(Registreren) en wacht tot de bedrijfsled het volgende
aangeeft:
- 3 x groen knipperen - uitstekende signaalsterkte;
- 3 x oranje knipperen - goede signaalsterkte; maar verander
indien mogelijk de installatieplaats;
- 3 x rood knipperen - zwakke signaalsterkte, de
installatieplaats moet worden aangepast.
U kunt ook de signaalkwaliteit van het apparaat controleren
in het menu DEVICE RSSI (Apparaat RSSI) van de module -
punt 8.
8. Als de signaalkwaliteit en -sterkte uitstekend of goed zijn,
kunt u verder gaan met de montage.
9. Gebruik geschikte bevestigingsmiddelen om de wireless
brandmeldbasis op de installatieplaats te monteren. Volg de
aanwijzingen bij punt 3 om de sirene, indien nodig, op de basis
te vergrendelen.
10. Plaats de sirene op de basis en zorg ervoor dat de twee
korte markeringen samenvallen. Plaats de behuizing van de
sirene omhoog om de markeringen te verbergen. Draai de
sirene met de klok mee totdat er een klik hoorbaar is.
7. De sirene resetten
Als de sirene niet nieuw is, moet hij gereset worden voor de
registratie op de uitbreidingsmodule. Controleer de conditie
van de batterijen. Het wordt aanbevolen om ze allemaal te
vervangen door nieuwe.
Om de 45SCI100 te resetten, schakel hem in met de batterijen
en houd daarna de knop ENROLL (Registreren) 5-7 seconden
ingedrukt. De reset is voltooid wanneer de bedrijfsled 3 keer
groen knippert, gevolgd door 1 x lang rood en 1 x lang groen
knipperen. Door nogmaals op de knop ENROLL te drukken,
start de registratieprocedure op de uitbreidingsmodule.
8. De signaalkwaliteit (RSSI) controleren
De signaalkwaliteit tussen de sirene en de uitbreidingsmodule
wordt gecontroleerd in het menu DEVICE RSSI (Apparaat
RSSI) van de module. De signaalkwaliteit wordt gemeten in
[dB].
1. Ga naar de programmeringsmodus van de module. Scrol
naar het menu DEVICE RSSI (Apparaat RSSI) en druk op
ENTER. Er verschijnt een lijst met aangemelde apparaten op
het scherm met een volgnummer en het type van het apparaat.
2. Zoek in de lijst het nummer van de sirene.
3. Druk op de knop ENTER. Raadpleeg de onderstaande tabel
om de signaalkwaliteit op het scherm af te lezen:
SIGNAALKWALITEIT
RSSI-
NIVEAU
< -90 dB
Verlies
-90 ÷ -70 dB
Goed
> -70 dB
Uitstekend
4. U kunt het menu op elk moment verlaten door op de knop
CANCEL (Annuleren) te drukken.
BESCHRIJVING
Slecht signaal of geen
verbinding.
Het signaal is voldoende maar
kan beter. Het wordt aanbevolen
om de installatieplaats van het
apparaat te veranderen.
Uitstekend signaal.
9. De installatieplaats van de sirene vinden
en testen
Dit is een procedure die de monteur kan helpen om de exacte
locatie van elk draadloos apparaat in de brandmeldinstallatie
te vinden en de verbinding met de module te testen.
1. Ga naar de programmeringsmodus van de module. Scrol
naar het menu FIND DEVICE (Apparaat vinden) en druk op
ENTER. Er verschijnt een lijst met aangemelde apparaten
op het scherm met een volgnummer en het type van het
apparaat.
2. Zoek in de lijst het sirenenummer dat u in de
brandmeldinstallatie wilt lokaliseren.
3. Druk op de knop ENTER. Melding FINDING (Vinden) >>>
(pijltjes knipperen) verschijnt op het scherm en laat zien dat de
module probeert om signalen te vinden van het geselecteerde
draadloze apparaat. Het bericht verandert tijdelijk in FINDING
DONE (Vinden voltooid) indien de actie succesvol is voltooid.
4. De sirene reageert met activering van de sirene en korte
geluidssignalen.
5. De module zal de vindprocedure automatisch na 70-80
seconden afsluiten. U kunt de procedure ook op elk moment
stoppen door op de knop CANCEL (Annuleren) te drukken.
10. Batterijen vervangen
Het wordt aanbevolen om de batterijen na 8 jaar te vervangen,
ongeacht het aangegeven laadniveau. Gebruik altijd
alleen batterijen die zijn goedgekeurd door de fabrikant -
Panasonic CR123A 3V of andere batterijen met vergelijkbare
eigenschappen. Let op: Nadat de centrale/uitbreidingsmodule
heeft aangegeven dat het batterijniveau laag is, moet de
gebruiker/installateur de lege batterijen binnen één maand
vervangen door nieuwe. De resterende levensduur van de
nieuwe batterijen mag niet minder zijn dan 6 jaar.
1. Schakel de sirene uit om foutmeldingen te voorkomen.
2. Demonteer de sirene zoals is beschreven bij punt 3.
3. Verwijder de oude batterijen en plaats de nieuwe met
inachtneming van de +/- polariteit.
4. Zet de sirene weer in elkaar.
5. Schakel de sirene in.
6. Controleer de signaalkwaliteit in het menu DEVICE RSSI
(Apparaat RSSI) van de module.
7. Test de werking van de sirene.
LET OP: Stel de batterijen niet bloot aan vuur, hete ovens of
mechanische impact door pletten/snijden, aangezien dit een
explosie kan veroorzaken. Blootstelling van de batterijen aan
extreem hoge omgevingstemperaturen of een lage luchtdruk
kan leiden tot een explosie of het lekken van brandbare
vloeistof of gas.
VERWIJDERING: Volg de plaatselijke voorschriften met
betrekking tot de verwijdering van de batterijen.
13

Publicidad

loading