•
Tijdens het gebruiken of vervoeren van de generator moet u er voor zorgen dat de generator rechtop staat, want
anders kan er bandstof vrijkomen van de carburateur of brandstoftank.
Elektrische veiligheid
Voor elk gebruik moet er voor gezorgd worden dat de lading die wordt aangesloten niet hoger is dan het
vermogen van de stroom die door de generator wordt geproduceerd.
Om elektrische schokken te voorkomen, moet u de volgende instructies volgen:
•
Raak de generator niet met natte handen aan.
•
Zet de generator niet aan in de regen of sneeuw.
•
Zet de generator niet aan in de buurt van water.
•
Aard de generator. Gebruik een geleider die groot genoeg is voor de aardedraad.
•
Bedien de generator niet tegelijkertijd met een andere generator.
•
Bij het gebruik van verlengsnoeren moet er voor gezorgd worden dat ze dik genoeg zijn om de stroom te
transporteren en dat ze op de juiste manier gebruikt worden.
Het aansluiten van een generator die wordt gebruikt voor aanvullende stroom aan de elektrische installatie van
een gebouw, moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerde elektricien, en conform de provisies van de
toepasselijke wetten en normen op gebied van elektriciteit. Foutieve aansluitingen zullen lekkage veroorzaken
van de stroom van de generator naar de lijnen van het elektriciteitsbedrijf. Dergelijke lekkage kan de
werkmannen van het elektriciteitsbedrijf die bezig zijn aan het netwerk elektrocuteren, evenals andere mensen
die in contact komen met de lijn tijdens een stroomstoring. Verder kan de generator ontploffen, in brand vliegen
of brand veroorzaken in de elektriciteitsinstallatie van het gebouw, wanneer de openbare stroomvoorziening
wordt hersteld.
Voordat u elektrische apparaten gaat aansluiten aan de generator, moet u er voor zorgen dat de voltage-
specificaties en de frequentie overeenkomen met de technische eigenschappen van de generator. Er kan
schade ontstaan als het verbonden apparaat niet ontworpen is om te werken met een voltage tolerantie van +/-
10% of een a frequentie van +/-3% in verhouding met die van de generator.
Bescherming van het milieu
•
U moet de geluidsdemper regelmatig controleren (Zet de generator van te voren uit en laat het apparaat volledig
afkoelen). Een beschadigde geluidsdemper veroorzaakt meer lawaai.
•
Gooi de motorolie niet in de goot maar deponeer het in een inzamelpunt dat geschikt is voor dit doeleind.
•
De brandstof voor deze machine is ontvlambaar en explosief. Na het stopzetten van de machine, moet u de
overgebleven brandstof op juiste manier behandelen, en u moet voldoen aan lokale milieuvereisten.
53