1. LCD scherm
2. Status indicator
3. Oplaadindicator
4. Foutindicator
5. Functieknoppen
6. AAN/UIT-schakelaar
7. AC-ingang
8. AC-uitgang
9. PV-ingang
10. Batterij-ingang (DC).
11. Zekering
12. RS232-communicatiepoort
13. USB-communicatiepoort
14. Droog contact (spanningsvrij)
3.2.
Klaarmaken voor gebruik
PLAATS VAN HET APPARAAT
• De installatie moet worden uitgevoerd door een professionele elektricien.
• Monteer de omvormer niet op brandbare bouwmaterialen.
• Monteer hem op een stevige, stabiele ondergrond zoals bijvoorbeeld ea.
concreet.
• Installeer het apparaat op ooghoogte, zodat het LCD-display altijd leesbaar
is.
NL