NL
6. REINIGING EN ONDERHOUD
6.1 Dagelijks onderhoud
Reinig het apparaat na elk gebruik met warm water en een schone doek.
Gebruik na het reinigen een zachte, droge doek om het apparaat op te poetsen en te drogen. Alle onderdelen
moeten worden gedroogd.
Bewaar het apparaat op een droge plaats.
OPMERKING
Afval van gebruikte apparaten: alle gebruikte apparaten moeten bij het weggooien voldoen aan de geldende
voorschriften in hun land*. Het is absoluut noodzakelijk om het apparaat onbruikbaar te maken voordat u het
weggooit door de voedingskabel te verwijderen.
* op het gebied van ecologie en recycling