Alle belangrijke bedieningsfuncties
aan de voorkant.
Elektronische toerentalregeling:
zachte aanloop van de motor;
geringe belasting van het stroom-
net;
constant toerental van het zaag-
blad, onafhankelijk van de belas-
ting, zorgt voor een gelijkmatige
snijkwaliteit;
Een elektronische motorbeveiliging
met overstroomdetectie zorgt ervoor
dat de motor bij blokkering uitge-
schakeld wordt, bijvoorbeeld door
een vastgeklemd zaagblad.
Een minimumspanningsrelais moet
verhinderen dat het apparaat auto-
matisch weer inschakelt bij terug-
keer van de stroom na een stroom-
onderbreking.
Compacte uitvoering voor snel en
comfortabel transport.
Opvouwbaar onderstel – ideaal voor
montage-inzet.
De universele aanslag is in de leve-
ring inbegrepen.
5. Bedieningselementen
Hoofdschakelaar
Inschakelen = groene schakelaar
(32) indrukken.
Uitschakelen = rode schakelaar (33)
indrukken.
3
Opmerking:
Bij spanningsuitval wordt een onder-
spanningsrelais geactiveerd. Zo wordt
verhinderd dat de zaag vanzelf gaat
draaien als er weer spanning is. Voor
het hernieuwd inschakelen moet de in-
schakelaar worden gedrukt.
Trekstang voor kapfunctie
Met de trekstang wordt het zaagblad
gedurende het bedrijf als trekcirkelzaag
naar voren beweegt:
Knop(34) tegen de wijzers van de
klok in draaien: zaagblad kan door
trekken aan de knop in langsrichting
worden beweegt.
Wanneer de knop (34) wordt losge-
laten, rijdt het zaagblad automatisch
in de achterste eindpositie terug. De
trekstand wordt in de eindpositie
automatisch gearreteerd.
34
Vergrendeling
Voor het arreteren van de trekstang:
Hendel (35) naar links schuiven =
trekstang blokkeert in de voorste of
middelste positie.
35
Handwiel voor het instellen van de
zaaghoogte
De hoogte van de zaagsnede kan inge-
steld worden door aan het handwiel (36)
te draaien.
32
33
Draaiknop voor hellingshoek
Met de draaiknop (37) kan het zaagblad
traploos tussen 0 en 45 worden ver-
steld.
36
NEDERLANDS
37
Klemschroef
Opdat de ingestelde hellingshoek zich
niet bij het zagen verandert, moet hij met
de klemschroef (38) worden vastgezet.
Beperking van de helling
De helling van het zaagblad wordt bij 0
en 45° beperkt.
Voor speciale versteksneden (achter-
snede) kan de hellingshoek in beide
richtingen om 1,5 worden vergroot.
1.
Klemschroef (39) losmaken.
2.
Zaageenheid van de aanslag 0 of
45° met de draaiknopf (40) weg-
draaien.
3.
Hellingsbeperker (41) rechtsom tot
aan de aanslag draaien.
4.
Zaagbladhelling kan nu in het bereik
van -1,5 - 46,5° worden ingesteld.
39
40
41
Universele aanslag
De slede van de universele aanslag
wordt in het geleidingsprofiel van de
zaagtafel ingezet en met de draaiknop
(45) vastgezet.
Bij bedrijf als trekcirkelzaag kan de uni-
versele aanslag voor hoeksneden wor-
den ingezet:
vleugelmoer (42) losmaken en snij-
hoek instellen.
38
7