2. BEDIENING
Accu opladen [ afb. O1 / O2 ]:
LET OP!
v Neem de netspanning in acht! De spanning van de
stroombron moet overeenkomen met de gegevens op
het typeplaatje van de acculader.
1. Sluit het oplaadapparaat
(C)
2. Schuif de acculader
Betekenis van de aanduidingselementen:
Aanduidingen op de acculader:
Knipperlicht accu-oplaad -
(Lc)
aanduiding
Continulicht accu-oplaad -
(Lc)
aanduiding
32
GAR_14900-20.960.05_2024-01-23.indd 32
GAR_14900-20.960.05_2024-01-23.indd 32
(C)
aan op een stopcontact.
(B)
op de accu
.
Het opladen wordt weergegeven door het knipperen van de accu- oplaadaanduiding
Aanwijzing: Het opladen is alleen mogelijk, wanneer de temperatuur van de accu zich binnen
het toegestane oplaadtemperatuurbereik bevindt, zie 6. TECHNISCHE GEGEVENS.
Het continulicht van de accu-oplaadaanduiding
of dat de temperatuur van de accu zich buiten het toegestane oplaadtemperatuurbereik bevindt
en er daarom niet kan worden opgeladen. Zodra het toegestane temperatuurbereik is bereikt,
wordt de accu opgeladen.
Zonder dat de accu ingestoken is, signaleert het continulicht van de accu-oplaadaanduiding
dat de stekker in het stopcontact is gestoken en de acculader klaar voor gebruik is.
De accu behoort niet tot de standaard leveringsom-
vang. Alle accessoires zijn te vinden in ons accessoire-
programma.
Dankzij het intelligente oplaadprocedé wordt de laadtoe-
stand van de accu automatisch herkend en wordt de accu,
afhankelijk van de accutemperatuur en -spanning, met de
telkens optimale oplaadstroom opgeladen.
Daardoor wordt de accu ontzien en blijft bij bewaren in de
acculader altijd volledig opgeladen.
(Lc)
geeft aan dat de accu volledig is opgeladen,
(Lc)
.
(Lc)
,
23.01.24 13:48
23.01.24 13:48