NL
schakeld. De achtergrondverlichting van het display wordt uitgeschakeld wanneer de schake-
laar opnieuw wordt ingedrukt.
Houd de schakelaar ca. 2 seconden ingedrukt. Om het batterijverbruik te verminderen, schakelt
de meter automatisch uit na ongeveer 10 minuten nadat de laatste knop is ingedrukt.
Door op de HOLD-knop te drukken, blijft de geluidsintensiteit op het scherm behouden. In deze
modus toont het display ook de HOLD-markering. Druk nogmaals op de HOLD-knop om terug
te keren naar continue meting, de HOLD-markering verdwijnt van het scherm.
Door op de MIN/MAX-knop te drukken, wordt alleen de laagste meetwaarde weergegeven. Het
display toont ook de MIN-indicator. Als u nogmaals op deze knop drukt, schakelt u over naar
de hoogste meetwaarde. Het display toont ook de MAX-indicator. Druk nogmaals op de MIN/
MAX-knop om terug te keren naar de momentane waardemeting.
In de meter kunt u ook de waarde instellen waarbij het visuele alarm wordt geactiveerd, be-
staande uit een knipperende achtergrondverlichting van het scherm. De meter moet worden
gestart en de HOLD-knop moet worden ingedrukt zodat de HOLD-indicator op het scherm
verschijnt. Houd de schakelaar ca. 2 seconden ingedrukt, de dBA-indicator verdwijnt van het
display en de alarmwaarde verschijnt op het display. Gebruik de HOLD- en MIN/MAX-knoppen
om de nieuwe waarde in te stellen. De HOLD-knop verhoogt de alarmwaarde en de MIN/MAX-
knop verlaagt deze. Houd de knop ingedrukt om de waarde sneller te wijzigen. Door op de
schakelaar te drukken, wordt het alarm ingesteld op de geselecteerde waarde en keert u terug
naar de momentane waardemeetmodus.
Kalibratie (II)
Het product is in de fabriek gekalibreerd en klaar om na aankoop te meten. Het wordt echter
aanbevolen om ten minste eenmaal per jaar vanaf de datum van eerste gebruik te kalibreren.
Voor kalibratie hebt u een referentiegeluidsbron nodig met een 1/2'' (12,7 mm) aansluiting die
een audiosignaal van 94 dB en een frequentie van 1 kHz afgeeft. De geluidsbron is niet bij
de meter inbegrepen en moet apart worden aangeschaft. Plaats de microfoon van de meter
zonder de voorruit in de geluidsbronaansluiting. Start de meter in de momentane meetmodus.
Start de geluidsbron zodat deze een referentiesignaal afgeeft Stel met een kleine platte schroe-
vendraaier de knop in de behuizing zo in dat de waarde op het display 94,0 is. Schakel de meter
en de geluidsbron uit.
Waarschuwing! Kalibreer niet zonder een referentiegeluidsbron. Anders zal de meter een on-
geldige waarde tonen.
De meter heeft een batterijladingindicator. Als het batterij-symbool op het display vol is, is de
batterij volledig opgeladen. Het verminderen van het vullen van het batterijsymbool betekent
het geleidelijk ontladen van de batterij. Het niet vullen van het batterijsymbool betekent uitge-
putte batterijen, die moeten worden vervangen door een nieuwe set.
Onderhoud en opslag
Het apparaat heeft geen speciaal onderhoud nodig. Reinig de behuizing en de microfoon met
een zachte, licht vochtige doek. Veeg het droog of laat het drogen. Bewaar het product onder
de in de tabel aangegeven omstandigheden. Bewaar het product niet samen met ander ge-
reedschap, bijv. in een gereedschapskist. Bescherm het product tegen vocht, stof en direct
zonlicht.
O O R S P R O N K E L I J K E I N S T R U C T I E S
34