54
QuickClean
De VS2-pomp met variabele snelheid is uitgerust met een functie
Quick Clean die tijdelijk ingeschakeld kan worden om de pomp
sneller of trager te doen draaien, altijd binnen het toerentalgebied
van 300 tot 3.450 rpm. Wanneer de Quick Clean-tijd verstreken
is, schakelt de pomp automatisch weer over op het ingestelde
programma.
QuickClean programmeren:
1.
Als de pomp draait, schakel ze dan uit door de
Start/Stop-toets in te drukken.
2.
Druk de toets Quick Clean in. De led boven de
toets Quick Clean begint te knipperen en de led
van de snelheidsparameter knippert tijdens het
aanpassen. Zie Figuur 12.
3450
Figuur 12: snelheid instellen voor Quick Clean
3.
Gebruik de pijltoetsen "+" en "-" om de snelheid
in rpm aan te passen voor Quick Clean.
4.
Druk opnieuw op de toets "Quick Clean". De
display schakelt dan om naar de cyclustijd
van de Quick Clean. De led van de parameter
"Cyclustijd" knippert tijdens het aanpassen. Zie
Figuur 13.
Opmerking: de Quick Clean-functie heeft geen
starttijd.
2 : 00
Figuur 13: cyclustijd instellen voor Quick Clean
5.
Gebruik de pijltoetsen "+" en "-" om de cyclustijd
in uren en minuten voor Quick Clean aan te
passen.
6.
Druk op de Start/Stop-toets en controleer of
de led oplicht. De pomp is nu ingeschakeld
en draait met de snelheid en de cyclustijd voor
Quick Clean.
Opmerking: wanneer de ingestelde duur voor de Quick Clean
verstreken is, hervat de pomp het dagschema (24 uur) op het
punt in het dagschema waar de pomp op dat moment normaal
zou zijn. De duur van de Quick Clean heeft geen invloed op de
start- of stoptijden van het 24-uursprogramma. Als bijvoorbeeld
een Quick Clean wordt uitgevoerd tijdens een periode die het
laatste deel van SNELHEID 1 en het eerste deel van SNELHEID
2 overlapt, blijft de starttijd voor SNELHEID 3 ongewijzigd.
Opmerking: de toets Quick Clean gedurende meer dan drie
(3) seconden indrukken/ingedrukt houden, annuleert de modus
Quick Clean.
Opmerking: tijdens de modus Quick Clean start de pomp niet
met de vulsequentie.
Opmerking: het is raadzaam de duur van de functie Quick Clean
niet op 0 uur in te stellen. Als u de duur van de Quick Clean op
0 uur instelt, kunt u deze instelling niet wijzigen terwijl de motor
draait. De motor moet dan uitgeschakeld worden om de Quick
Clean-instellingen te wijzigen.
Toetsvergrendeling
Ook met vergrendelde toetsen zal de motor uitgeschakeld worden
wanneer men de Start/Stop-toets indrukt. Hij kan dan pas opnieuw
worden gestart wanneer men de toetsen ontgrendeld heeft. Indien de
motor met vergrendelde toetsen werkt en door externe bedieningen wordt
aangestuurd, kan hij alleen draaien wanneer de Start/Stop-led brandt.
De gebruikersinterface van de VS2-pomp met variabele
snelheid heeft een functie "Toetsvergrendeling" om ongewenste
veranderingen van de instellingen te voorkomen. Wanneer de
toetsen vergrendeld zijn, reageert het scherm alleen op het
indrukken van de toets Display om de weergegeven informatie
te overlopen en op het indrukken van de toets Start/Stop om
de motor te stoppen.
De toetsen worden vergrendeld door de toets "1" en de toets
Quick Clean gelijktijdig in te drukken gedurende ten minste drie
seconden. "Loc On" wordt weergegeven wanneer dat gelukt is.
De toetsen worden ontgrendeld door de toets "1" en de toets
Quick Clean gelijktijdig in te drukken gedurende ten minste drie
seconden. "Loc Off" wordt weergegeven wanneer dat gelukt is.
Opmerking: wanneer het systeem werkt en de toetsen
vergrendeld zijn, kan de motor nog altijd gestopt worden door
de Start/Stop-toets in te drukken. De motor kan echter pas
opnieuw gestart worden wanneer de gebruiker de toetsen
ontgrendelt.