7. Functiestoringen/maatregelen
Functiestoring, melding
Na het insteken van de netstekker licht de
bovenste groene LED niet op
De middelste LED licht niet op na het drukken
op de Aan/Uit-schakelaar
Na het drukken op de lichtschakelaar gaat
de geïntegreerde verlichting niet aan!
Tijdens de werking van de GAP licht de rode
LED (storing ventilatie) op!
Mochten voornoemde of andere storingen aan uw werkplaats voor gevaarlijke stoffen optreden, gelieve zich tot uw
bevoegde vakhandelaar te wenden
8. Luchttechnische instelling/controle
Een efficiënte en veilige retentie van de schadelijke stoffen in de werkplaats voor gevaarlijke stoffen gebeurt door een
optimale combinatie van luchttoevoer en luchtafvoer. Gelieve de fabrieksinstelling van de hoeveelheid toevoerlucht,
aanbevolen hoeveelheden afvoerlucht en drukverlieswaarden in de tabel Technische gegevens (als er een andere in-
stelling gekozen wordt, kloppen de genoemde waarden niet) terug te vinden. In acht te nemen:
•
het retentievermogen van de werkplaats voor gevaarlijke stoffen hangt af van de bereikte luchtsnelheden van de
luchttoevoerstroom van het toestel
•
een verhoging van de hoeveelheid toevoerlucht is echter enkel mogelijk in samenspel met een verhoging van de
hoeveelheid afvoerlucht, aangezien er anders eventueel schadelijke stoffen uit de werkplaats voor gevaarlijke stoffen
geduwd kunnen worden.
•
de vaststelling van de optimale verhoudingen tussen luchttoe- en afvoer wordt aanzienlijk beïnvloed door
aanwezige luchtbewegingen op de opstellingsplek.
Luchttechnische controle / bewakingselektronica:
•
drukmeting in het af- en toevoerkanaal door geïntegreerde drukomzetters met een invoerbare instelwaarde
•
invoer van de instelwaarde met betrekking tot de genoemde ingestelde (minimale) luchthoeveelheden
•
optische en akoestische alarmmelding (rode LED „Storing ventilatie" licht op) bij een afwijking van ca. 10% ten
opzichte van de ingestelde luchtwaarden
•
rode LED dooft, als de ingevoerde instelwaarden weer bereikt worden
•
het akoestische alarm kan met de zwarte RESET-druktoets (bouwserie GAP.95.xx.x boven, bouwserie GAP.125.xx.x
beneden links) bevestigd worden
•
werking van de luchttechnische monitoreenheid ook bij stroomuitval door middel van een ingebouwde accu.
9. Constructie
•
geëloxeerde aluminium buisframeconstructie met gelakte aluminium hoekverbindingen
•
opgezette poedergecoate plaatstalen afschermkap met achterliggende elektronica (aansluiting voor potentiaalvrij
schakelcontact), toevoerventilatoren, aansluiting ventilatie).
•
werkvlak (optioneel) naar keuze van edelstaal, technische keramiek of houten plaat met melamineharscoating
•
zijdelen, achterwand en stootplaat zijn naar keuze opaak of transparant.
•
stootplaat kan voor reinigingsdoeleinden volledig omgeklapt worden door de schroefverbinding in het bovenste
bereik van de stootwand los te draaien. Let er daarbij eerst op dat er zich niets op het werkvlak van de werkplaats
voor gevaarlijke stoffen bevindt.
•
niet-verblindende verlichting binnenin de werkruimte (verlichtingssterkte ca. 1000 lx)
•
geïntegreerde luchtafvoerrails aan de bovenste en onderste voorkant voor de vorming van ventilatieluchtfilms
(optimaal ingesteld in de fabriek)
10. Functie
De werkplaats voor gevaarlijke stoffen verzekert door doelgericht uitblazen van ventilatieluchtfilmen in het frontbereik
en afzuiging aan de achterkant met hoge doeltreffendheid dat er geen dampen, gassen of zwevende stoffen tijdens de
omgang met gevaarlijke werkstoffen (overgieten, lijmen, reinigen, prepareren, wegen enz.) de ademhalingslucht
belasten en dat er zich binnenin de werkplaats voor gevaarlijke stoffen geen explosieve gas-luchtmengsels vormen. De
ventilatieluchtfilmen die aan de voorkant boven en beneden uitgeblazen worden, nemen de ontstane gassen, dampen
of zwevende stoffen mee in de richting van de stootwand. Daar worden ze door de doeltreffende afzuiging via de
aanzuiggleuf opgenomen en naar het afzuigsysteem doorgevoerd. De veilige en onberispelijke functie van de werkplaats
voor gevaarlijke stoffen wordt getoond door de standaard ingebouwde luchttechnische monitoreenheid.
14
Oorzaak/maatregel
Controleer of er aan de gekozen contactdoos stroom is
LED defect (vervangen) of defect in de elektronica
Gelieve het ingebouwde lampje van de verlichting te vervangen
Gelieve het drukverlies te controleren aan de door u voorziene
luchtafvoerleiding (gelieve hiervoor onder Luchttechnische
instelling/controle van de werkplaats voor gevaarlijke stoffen van
deze handleiding te zien) of defect van de geïntegreerde toevoer-
ventilator of sterke verontreiniging van de luchtafvoerrails.