nl
NEDERLANDS
Vermogensniveau 3: max. 2200 l/u, max. 2,2 bar
Geschikt voor: droogleggen met lange slangen,
bevloeien van de tuin met gebiedssproeiers
TPF 7000:
Vermogensniveau 1: max 3900 l/h, max. 0,3 bar
Geschikt voor: besproeien met een tuinsproeier,
lichte reinigingswerkzaamheden, gebruik met korte
slangen
Vermogensniveau 2: max. 5600 l/u, max.0,6 bar
Geschikt voor: drooglegging, lichte
reinigingswerkzaamheden
Vermogensniveau 3: max. 7000 l/u, max. 0,9 bar
Geschikt voor: drooglegging
3. Timer-functie (alleen de TPF 2200):
Timer-functie (blauwe LED)
De pomp heeft een selecteerbare timerfunctie,
bijvoorbeeld voor het gericht gebruik van
tuinsproeiers.
Als de pomp in gebruik is, kan de automatische
timer-functie op 5/10/20 minuten worden ingesteld
door kort op knop (12) te drukken (blauwe LED
actief). Een vierde keer drukken deactiveert deze
functie. Tijdens de timer-functie kan het
vermogensniveau naar wens worden gewijzigd, de
LED-indicator gaat voor de selectie na het kiezen
van het prestatieniveau (groen) weer terug naar de
timer-functie (blauw).
De pomp schakelt automatisch uit na afloop van de
gekozen tijd. Door op de ON/OFF-knop (1) te
drukken, kan de timer-functie op elk moment
worden gestopt. De timer-functie moet bij elke start
opnieuw geactiveerd worden.
4. Alleen TPF 2200: status LED-accu-pack (13)
Toont de laadtoestand van de accu-pack.
5. Alleen TPF 7000: de laadtoestand van de accu-
pack kan met de toets (18) worden opgeroepen.
6. Led-foutweergave (9)
Droogloopbescherming: Als de pomp na een
periode van 15 seconden geen water kan pompen,
gaat hij automatisch uit. De LED (E) brandt rood.
Om de pomp weer in gebruik te nemen: druk
eventjes op de ON/OFF-knop (10).
7.2
Pomp water uit een reservoir
De pomp mag de bodem van het reservoir niet
aanraken. Dit houdt vuil in het reservoir weg van de
pomp.
De pomp dient ongeveer 10 cm boven de bodem
van het reservoir te hangen om overmatige
verontreiniging te voorkomen.
1. Hang de accubox (7) buiten, aan de zijkant van
het reservoir op of plaats deze op een geschikte,
overstromingsvrije locatie.
2. Hang de pomp met behulp van een touw of de
meegeleverde slanggeleiding in het reservoir (niet
ophangen aan de kabel).
Alleen TPF 2200: de positie van de pomp kan door
het verplaatsen van de slang in de slanggeleiding
(alleen TPF 2200) worden gevarieerd.
3. Start de pomp.
26
4. Druk op de ON/OFF-knop (10) op het
bedieningspaneel (8).
5. De pomp start en de status-LED (13) toont de
laadtoestand van de accu-pack (14).
Afhankelijk van de slanglengte en manier van
plaatsen kan het een poos duren, voordat de pomp
het water transporteert.
Als de pomp na meerdere pogingen het water aan
te zuigen geen water transporteert, zit er
waarschijnlijk lucht in de slang.
Bij elke hernieuwde ingebruikname moet de pomp
altijd met geopende drukuitgang worden gestart,
zodat de lucht kan ontsnappen. Open en sluit
eventueel de regelklep/afsluiter (22) meerdere
keren kort.
7.3
Apparaat uitschakelen
1. Druk op de ON/OFF-knop (10) op het
bedieningspaneel (8), om de pomp te stoppen.
2.Ontgrendelingsknop (15) van de accubox (7)
drukken en de accu-pack (14) verwijderen (zie
hoofdstuk 6.2.)
7.4
Vlakke aanzuiging
In de normale modus (met basis (1)) wordt een
restwaterhoogte van ongeveer 25 mm bereikt. Bij
het vlak aanzuigen (zonder basis (1)) wordt een
restwaterhoogte van ongeveer 1,5 mm bereikt.
1.Draai de basis (1) tegen de klok in en trek de basis
er vanaf (bajonetsluiting).
2.Zorg ervoor dat de filter (29) juist is geplaatst.
3. Basis (1) weer bevestigen.
De pomp mag niet zonder filter (29) worden
gebruikt.
Automatische ontluchting: Deze pomp is uitgerust
met een ontluchtingsklep, waardoor eventueel
aanwezige luchtbellen in de pomp worden
verwijderd. Afhankelijk van de functie kan er een
kleine hoeveelheid water ontsnappen in het
bovenste gedeelte van de pomp.
7.5
Regeling van de waterstroom (alleen de
TPF 2200)
Via de regelklep en afsluiter (22) kan de
waterstroom worden geregeld.
8. Reiniging
Verwijder de accu voor elke reiniging.
Reinig het product niet met een waterstraal (in
het bijzonder niet met de straal van een
hogedrukreiniger).
Niet reinigen met chemicaliën, inclusief
benzine of oplosmiddelen. Hierdoor kunnen
belangrijke plastic onderdelen beschadigd raken.
1. De buitenkant van de pomp reinigen: Met een
vochtige doek afvegen of met schoon water
afspoelen. Hardnekkige verontreinigingen met een
zachte borstel en afwasmiddel verwijderen.