Vertaling van de originele gebru-
NL
iksaanwijzing
Industriële accu-rechte-slijper
IGS/A
Lees alle veiligheidsinstructies, aan-
wijzingen, foto-onderschriften en
specificaties die met de machine
zijn meegeleverd.
Het niet nakomen van onderstaande aanwijzingen
kan leiden tot elektrische schokken, brand en/of
ernstig letsel.
Bewaar alle waarschuwingen en aanwijzingen
voor naslag in de toekomst.
Gevaar voor lichamelijk letsel! Niet zon-
der stofmasker werken. Veel stofsoorten
zijn slecht voor de gezondheid! Asbest-
houdende materialen mogen niet worden bewerkt!
Zorg voor een goede ventilatie van de werkplek.
Draag een veiligheidsbril! Vliegende splin-
ters kunnen oogletsel veroorzaken.
Gebruik voor uw eigen veiligheid gehoor-
bescherming bij het weken.
Alleen voor toepassing in droge ruimtes
Beveiligingsklasse II apparat
Gelieve niet met het Huisvuil mee te geven.
Algemene veiligheidsinstructies voor
het slijpen, schuren, draadborstelen, polijsten,
frezen of zagen:
a) Dit elektrische gereedschap moet worden
gebruikt als slijp-, schuurmachine, draad-
borstel, polijst-, frees- en zaagmachine.
Neem alle veiligheidsinstructies, aanwi-
jzingen, tekeningen en gegevens in acht
die u bij het gereedschap ontvangt. Als u de
volgende aanwijzingen niet opvolgt, kan dat tot
elektrische schokken, brand en/of zwaar letsel
leiden.
- 42 -
LET OP!
b) Gebruik geen toebehoren die door de fa-
brikant niet speciaal voor dit elektrische
gereedschap voorzien en aanbevolen zijn.
Alleen omdat u de toebehoren op uw elektri-
sche gereedschap kunt bevestigen, garandeert
nog geen veilig gebruik.
c) Het toegestane toerental van het hulpstuk
moet minstens even hoog zijn als het ma-
ximale toerental dat op de elektrische ma-
chine is aangegeven. Toebehoren die sneller
draaien dan toegestaan, kunnen breken en in
het rond vliegen.
d) Buitendiameter en dikte van het hulpstuk
moeten in overeenstemming zijn met de
maataanduidingen van uw elektrische ge-
reedschap. Hulpstukken met verkeerde afme-
tingen kunnen niet voldoende afgeschermd en
gecontroleerd worden.
e) Slijpschijven, slijpwalsen of andere toebeho-
ren moeten precies op de slijpspindel of de
spantang van uw elektrische gereedschap
passen. Hulpstukken die niet precies op de
slijpspindel van het elektrische gereedschap
passen, draaien ongelijkmatig, trillen sterk en
kunnen tot controleverlies leiden.
f) Op een stift gemonteerde schijven, slijpci-
linders, snijwerktuigen of ander toebehoren
moeten volledig in de spantang of spankop
aangebracht worden. De oversteek of het
vrijliggende gedeelte van de stift tussen
slijplichaam en spantang of spankop moet
tot een minimum beperkt zijn. Als de stift on-
voldoende vastgespannen is of het slijplichaam
steekt te veel vooruit, kan het hulpstuk losko-
men en met hoge snelheid uitgeworpen worden.
g) Gebruik geen beschadigde hulpstukken.
Controleer voor ieder gebruik hulpstukken
zoals slijpschijven op loslatende splinters
en scheuren, slijpwalsen op scheuren, slij-
tage of sterke afslijting, en draadborstels
op losse of gebroken draden. Als het elek-
trische gereedschap of het hulpstuk op de
grond valt, controleer dan of het beschadigd
is, of gebruik een onbeschadigd hulpstuk.
Als u het hulpstuk hebt gecontroleerd en
aangebracht, gaat u - en de personen in
de omgeving - buiten het bereik van het
roterende hulpstuk staan en laat u het ge-
reedschap een minuut lang op maximaal
toerental draaien. Beschadigde hulpstukken
breken meestal in deze testfase.