5. Gebruik
Alle DMX-gestuurde toestellen hebben een digitaal startadres nodig, zodat het juiste toestel op bepaalde signalen
reageert. Dit digitale startadres is het kanaalnummer van waarop het toestel "luistert" naar de signalen van de DMX
controller. De instelling van dit startadres gebeurt door middel van de DIP-schakelaars achteraan het toestel.
U kunt voor alle of een groep toestellen hetzelfde startadres instellen, of voor ieder toestel een apart adres.
Als u hetzelfde adres instelt, zullen alle toestellen "luisteren" naar 1 bepaald kanaal. De instellingen van 1 kanaal
wijzigen zal dus alle toestellen tegelijk beïnvloeden. Als u verschillende adressen instelt, zal ieder toestel naar een
ander kanaal "luisteren". De instellingen van 1 kanaal wijzigen zal dan slechts 1 toestel beïnvloeden.
Voor deze VDP150CC1, een 1-kanaals toestel, zult u het startadres van het eerste toestel op 1 moeten zetten, dat
van het tweede op 2 (1 + 1), het derde op 3 (2 + 1), enzovoort. U bepaalt het DMX startadres met de DIP-
schakelaars. De codering is binair: DIP-schakelaar 1 heeft waarde 1, DIP-schakelaar 2 heeft waarde 2, schakelaar 3
is 4, schakelaar 4 is 8, etc.
Bijvoorbeeld: als het startadres 95 moet zijn, is de instelling 111110100 (1+2+4+8+16+0+64+0+0=95).
Kanaalconfiguratie
KANAAL 1: 7 kleuren + wit
U kunt met de meegeleverde DMX-kabel meerdere toestellen aan elkaar koppelen voor synchrone werking.
Met de afstandsbediening kunt u de lamp onmiddellijk aan- of uitschakelen. De afstandsbediening werkt alleen op de
lamp, niet op het hele toestel.
Om het toestel door de muziek te laten sturen, zet u alle DIP-schakelaars op OFF. Regel de gevoeligheid van de
ingebouwde microfoon met de knop achteraan het toestel tot de kleuren van de stralen en hun reactie op de muziek
u bevallen.
6. Reiniging en onderhoud
1. Alle gebruikte schroeven moeten goed zijn aangespannen en mogen geen sporen van roest vertonen.
2. De behuizing, de lenzen, de montagebeugels en de montageplaats (bv. het plafond of het gebinte) mogen niet
vervormd zijn of aangepast worden (geen extra gaten in montagebeugels, aansluitingen niet verplaatsen etc.)
3. Mechanisch bewegende delen mogen geen sporen van slijtage vertonen en mogen niet onregelmatig bewegen.
4. De voedingskabels mogen niet beschadigd zijn. Laat het toestel onderhouden door een geschoolde technicus.
5. Ontkoppel het toestel van het lichtnet voor u aan onderhoudswerkzaamheden begint.
6. Maak het toestel geregeld schoon met een vochtige, niet pluizende doek. Gebruik geen alcohol of solvent.
7. De gebruiker mag geen onderdelen vervangen, behalve de lamp en de zekering (zie "4. Installatie" op blz.5).
8. Bestel eventuele reserveonderdelen bij uw plaatselijke verdeler.
7. Technische specificaties
Voeding
Verbruik
Zekering
Afmetingen
Totaal gewicht
Lamp
Max. omgevingstemperatuur
De informatie in deze handleiding kan te allen tijde worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving.
VDP150CC1
max. 230VAC/50Hz
max. 150W
F 3A, 250VAC (5 x 20mm) (bestelcode FF3N)
170 x 130 x 205mm
3.2kg
15V / 150W EFR GZ6.35 (bestelcode LAMP150/15)
45°C
6
VELLEMAN