7.9.1 Multischakelaar
Claxonneren: Knop aan korte zijde indrukken
Knipperen naar rechts: hendel naar voren
Knipperen naar links: Hendel naar achter
Groot licht: Hendel bij ingeschakeld rijlicht naar onde-
ren drukken
Lichtsignaal: Trek aan de hendel en laat hem los
Ruitenwisser-interval: Ring naar voren draaien
Instructie
De tijdsperiode van het ruitenwisserinterval is instelbaar
(programmeerbaar).
Draai hiervoor aan de ring op het wis-interval, wacht op het
gewenste tijdsinterval, schakel vervolgens uit en weer in
binnen 1,5 seconden. Het ingestelde tijdsinterval keert te-
rug naar de basisprogrammering nadat het contact is uit-
geschakeld.
Continu wissen: Draai de ring naar achteren
Instructie
1. Niveau voor normale wissnelheid
2. Draai een stap verder voor snelle veegsnelheid
Ruitensproeiervloeistof: Ring indrukken
7.9.2 Rijrichtingsschakelaar
De rijrichting wordt geselecteerd met de rijrichtingschake-
laar.
LET OP
Om de rijrichting te selecteren, moet het voertuig stilstaan
en moet de rijkeuzeschakelaar in de neutrale stand staan.
Foute bediening
Als de rijkeuzeschakelaar tijdens selecteren van de rijrich-
ting in de voorwaartse of achterwaartse richting staat, ver-
andert het symbool op het display, maar wordt niet
omgeschakeld.
116
Rijrichtingsschakelaar
1
1. Keuzeschakelaar omhoog naar het stuur trekken, dan in
de gewenste rijrichting bewegen (voor / achter).
De rijrichting wordt op het display weergegeven.
2. Rijrichtingshendel in middelste stand zetten (neutrale
stand).
De motor is in nullast.
3. Transportsnelheid of werksnelheid met het gaspedaal
doseren.
7.9.3 Contactslot
Motor uit
1
Ontsteking uit
2
Motor starten
3
Het contactslot bevindt zich onder de rijrichtingsschake-
laar.
7.10 Pedalen
Rijpedaal
1
Rempedaal
2
Pedaal bezemaandrukkracht en -toerental
3
Instructie
Alleen actief met 'Aanbouwset vegen'
Een beschrijving hiervan is te vinden in het hoofdstuk
'Aanbouwset vegen'
7.10.1Rijpedaal
Instructie
Loslaten van het gaspedaal veroorzaakt geen significante
vertraging in de transportmodus.
Om te remmen moet het rempedaal worden ingedrukt.
1 Transportmodus: Als het rijpedaal wordt ingetrapt, wor-
den het motortoerental en de rijsnelheid hoger.
Als het rijpedaal wordt losgelaten, worden het motortoe-
rental en de rijsnelheid lager.
Nederlands